Vrijdag besliste de Vlaamse regering om aan CO7 een bedrag van 179.442 euro toe te kennen, wat 31 procent minder is dan in 2009. De intergemeentelijke cultuur- en erfgoeddienst reageert teleurgesteld.
Medewerkers van CO7.
CO7 is het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke. In 2009 werd er tussen de Vlaamse Gemeenschap en CO7 een eerste cultureel-erfgoedconvenant voor de Zuidelijke Westhoek gesloten waaraan een Vlaams subsidiebedrag van 260.000 euro werd gekoppeld. Door besparingen was dit bedrag in 2014 nog 246.411 euro.
“De opdrachten zijn echter onveranderd gebleven en de personeelskosten zijn stevig gestegen”, zegt de raad van bestuur in een reactie. “Het cultureel-erfgoeddecreet voorziet voor 2015-2020 voor CO7 een decretaal minimumbedrag van jaarlijks 218.000 euro. In september werd door de Vlaamse minister van Cultuur een besparing van 10 procent aangekondigd, wat bijgevolg zou resulteren in een bedrag van 196.200 euro. Gisteren besliste de Vlaamse regering echter om aan CO7 een bedrag van 179.442 euro toe te kennen wat 31 procent minder is dan in 2009, los van de sluipende besparing door het uitblijven van indexaanpassingen.”
“Het is niet haalbaar voor de gemeenten om de ondersteuning voor het intergemeentelijke samenwerkingsverband nog te verhogen ter compensatie van het verlaagde subsidiebedrag van de Vlaamse overheid”, klinkt het verder. “Vlaams minister Sven Gatz lauwerde onlangs CO7 met de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Cultureel Erfgoed 2013-2014. Maar bij de bepaling van het subsidiebedrag werd daar geen rekening mee gehouden. De inwonersaantallen blijken nu de allesbepalende factor.”
(TOGH/foto TOGH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier