150 jaar Willemsfonds Roeselare gevierd met academische zitting op stadhuis

© Foto Jos
Jos Remaut

Vlaams minister voor cultuur Sven Gatz was de eregenodigde op deze zitting, waarop historicus John Goddeeris het ook had over de start van het Willemsfonds in Roeselare, 150 jaar geleden.

Van hem leren we dat er in 1866 in Roeselare al beweging was op dat vlak. Emiel Declercq, secretaris van het Willemsfonds in 1866, vroeg aan bevriend Roeselaars vrederechter Henri Dirckx om toegevoegd bestuurslid te worden in het Willemsfonds en om het Willemsfonds in Roeselare neer te poten. In de lente van 1866 loopt Dirckx de huizen van zijn vrienden af maar vindt nauwelijks leden. Maar tegen 1868 zijn dat er toch al enkele, zoals directeur Hendrik Horrie van de tekenacademie, vlaskoopman Pieter Vandevoorde, fabrieksbestuurder Hendrik Mestdagh, notaris Karel De Bie, nijveraar Louis Tant, arrondissementscommisssaris Constant Vanden Berghe, de spinnersbaas Charles Van Outryve en anderen. Er waren ook een tiental leden uit het Tieltse. Eigenlijk was het klimaat vrij gunstig, want sinds 1847 was in Roeselare de liberale partij opgericht en van 1860 tot 1869 zit hier zowaar een vrijzinnige burgemeester op de troon, in de persoon van Constantijn Dubois. Al was de politiek die uit het stadhuis kwam rooms-katholiek pur sang. In dat ’embryonale’ Willemsfonds werden ook enkele klerikalen ingelijfd, en dat belemmerde toch een duidelijke werking.

Het toenmalig klimaat en het feit dat niet alle leden van de liberale partij waren maar dat ze ook enige klerikalen hadden ingelijfd belemmert een duidelijke werking. Maar uiteindelijk kan op 30 april 1876 het Roeselaarse Willemsfonds van start gaan, na een druk bijgewoonde voordracht van Julius Sabbe in Café de Commerce in de Zuidstraat. De ledenwerving die hieruit voortvloeit is een paar succes, en in geen tijd zit men aan vijftig. Allemaal mannen overigens.

“Ook vriendengroep”

Zoals elke vereniging, heeft het Roeselaarse Willemsfonds in al die jaren betere en slechtere tijden beleefd. “Maar op vandaag zijn we nog altijd een vaste waarde in het rijke culturele palet in Roeselare”, schetst secretaris Guy Broodhuys. “Het volkslied aanmoedigen en de Nederlandse taal cultiveren heeft ondertussen wel plaatsgemaakt in samen aan cultuurbeleving doen in de meest brede zin van het woord: optredens bijwonen, musea bezoeken, lezingen, reizen, culturele uitstappen, koken… We hebben zo’n acht activiteiten per jaar, en we sluiten soms ook aan bij initiatieven op West-Vlaams niveau. Maar we vormen vooral ook een echte vriendengroep: niet zelden eindigt een van onze activiteiten in een gezellig groepsetentje.”

“Maar net als zoveel verenigingen, moeten ook wij vaststellen dat ons ledenbestand geleidelijk aan ouder wordt, en dat het niet makkelijk is om jongeren in de werking te betrekken. Niet dat zij niet in cultuur geïnteresseerd zijn, verre daarvan. Maar zij hebben toch een andere manier om die te beleven, en zijn er niet snel voor te vinden om zich nog de klassieke lidkaart aan te schaffen. Nationaal wordt er gedacht of een iets hippere naam, en ook wij hier zijn nu zoek naar alternatieve manier om hen voor onze activiteiten te boeien, al hebben we die lidgelden natuurlijk ook wel nodig om de boel draaiende te houden. Gelukkig kunnen we ook rekenen op ondersteuning van het Willemsfonds nationaal en van de stad Roeselare.”

Ruimdenkend

“Je hoeft overigens ook niet per se vrijzinnig te zijn om je bij ons thuis te voelen”, zegt Guy Broodhuys. “Als echter liberalen zijn wij heel ruimdenkend, we werken trouwens ook af en toe samen met het Davidsfonds. Samen organiseren we bijvoorbeeld filosofische lezingen, waar, zelfs in deze tijden, toch gemiddeld zo’n vijftig à zestig man op afkomt. Een topper voor het najaar wordt de culturele wandeling ‘150 jaar Willemsfonds in Roeselare’, op vrijdag 16 september. Ook de deelname aan het festival ‘Het Betere Boek’, op 8 oktober in Gent, is een vaste waarde in onze programmatie. Maar nu zien we uiteraard vooral uit naar de feestzitting van komende zaterdag. We zijn bijzonder verheugd minister Sven Gatz in ons midden te hebben. Vier jaar geleden was hij al eens bij ons te gast. Maar toen was hij nog geen minister, het was als notoir bierkenner dat hij ons meenam in zijn wereld.”

En, toeval of niet, het was met een heuse biermand dat voorzitter Louis Bril van Willemsfonds Roeselare de minister én burgemeester Kris Declercq bedankte tijdens de ontvangst op het stadhuis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier