Op het assisenproces over de moord op Caroline Vyncke (42) hebben de speurders bijna vijf uur lang getuigd over hun onderzoek.
De getuigen moesten toegeven dat het afvoerputje van Thomas Couvreur (29) bij de eerste huiszoekingen niet of amper werd onderzocht.
Thomas Couvreur kwam pas in het vizier van de speurders toen hij in het bezit bleek te zijn van de gsm van het slachtoffer. Bij een eerste huiszoeking werd een knipmes met bloed van Caroline Vyncke aangetroffen. Daarom werd in september 2011 een nieuwe huiszoeking uitgevoerd. “De hond des huizes is dan naar het dierenasiel gebracht. Dat beest ziet er gevaarlijk uit, maar is het niet”, getuigde Jannick Van Daele. Toch kon het koertje van de woning niet grondig onderzocht worden. “De lijkhonden waren niet inzetbaar omdat de plaats zeer bevuild was. We hebben het afvoerputje geopend, maar niet geleegd. We zagen alleen vervuild water.”
Ik heb tien keer gevloekt toen ik dat hoorde
In datzelfde afvoerputje vond een nieuwe bewoner van de woning een hand. “Daar zijn later nog meer menselijke resten van de bovenste ledematen gevonden. Ik heb tien keer gevloekt toen ik dat hoorde”, gaf de speurder toe. “Ik ben mij ervan bewust dat we een misstap hebben gemaakt. Een waterput of aalput hadden we zeker wel geleegd.”
Volgens de hoofdinspecteur was het geen toeval dat de stoffelijke resten stelselmatig werden ontdekt. “Caroline is een sterke vrouw die vanuit het hiernamaals – geloof het of niet – wil dat ze gevonden wordt en zorgt dat er stukken naar boven zijn blijven komen. We hebben trouwens nog altijd niet alles teruggevonden.”
Tijdens het onderzoek werd Geert Vanweehaeghe door de politie als hoofdverdachte gezien. De man werd meerdere keren op de rooster gelegd en ging over tot warrige bekentenissen. Tien dagen na de verdwijning nam hij de benen tijdens een verhoor. “We hebben hem dan op de gang bijgebeend en terug op zijn stoel gezet. Hij wilde opnieuw vertrekken. Toen ik hem tegenhield, kreeg ik een slag in mijn gezicht”, aldus Christophe Courtens.
Ondanks de bekentenissen werden amper materiële bewijzen gevonden tegen de partner van Caroline Vyncke. “Wat had u als we het onderzoek overschouwen qua objectieve elementen tegen meneer Vanweehaeghe?”, vroeg voorzitter Koen Defoort zelfs. Het viel de voorzitter ook op dat Vanweehaeghe vaak pas helemaal op het einde van een verhoor een nieuw element bekende. “Als ik dat lees, zie ik dat hij pas helemaal op het laatste blaadje iets zegt over die steek. Vindt u dat die verhoren dan zo gemakkelijk zijn gegaan?” De speurders legden uit dat de beschuldigde telkens pas bekende wanneer hij geconfronteerd werd met nieuwe elementen.
De politie onderzocht of Geert Vanweehaeghe zich mogelijk had laten inspireren door een aflevering van de televisieserie CSI New York. In de bewuste aflevering, uitgezonden een half jaar voor de feiten, werd ook een lichaam versneden. “De manier waarop het dijbeen daar was afgezaagd komt sterk overeen met het dijbeen dat we gevonden hadden in de Heulebeek. Geert wilde niet meewerken aan het verhoor hierover.”
Dinsdagavond komen onder anderen de wetsdokters nog aan het woord.
(BELGA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier