“Pierre, doe nu maar wat we daar eens afgesproken hebben”

Na 5 jaar bekent André Gyselbrecht. © BP
Laurens Kindt

André Gyselbrecht verraste de hele assisenzaal toen hij om 19.45 uur ‘s avonds plots de microfoon nam, nadat hij eerder teken had gedaan naar zijn advocaat Johan Platteau en ja-knikkend het woord nam. Dit is zijn bekentenis.

“Wat ik wou zeggen is dat ik Stijn Saelens altijd proberen aanvaarden heb, gerespecteerd heb, ondanks zijn soms rare ideeën, ondanks zijn abnormale gedragingen. Hij kon altijd op mij rekenen. Tot op het moment dat ik van die incest ingelicht werd. Dan moet je als grootvader en als arts je verantwoordelijkheid nemen en een halt toeroepen aan deze feiten. Ik heb verschillende inspanningen gedaan: kinderpsychologen geconsulteerd, overleg gevoerd met de vader van Stijn. Ik wou daar oplossingen voor. Meester Vermassen heb ik verscheidene keren geconsulteerd, ook een procureur van buiten West-Vlaanderen die ik ken, heb ik geconsulteerd. Ik heb altijd gezegd dat ik er alles zou aan doen opdat het (doelt op incest, LK) nooit meer zou kunnen gebeuren. Als men mij vroeg wat ik zou doen, mocht het toch nog eens kunnen gebeuren. ‘Dan zou ik hem dood doen’, antwoordde ik. Aan Pierre Serry heb ik hetzelfde gezegd. ‘Ik denk dat ik hem zou dood doen’, zei ik.

‘Als het nodig is, kom dan naar mij. Doe dat alstublieft zelf niet. Ik ken mensen die dat voor jou kunnen doen’, antwoordde Pierre. Ik heb dat laten bezinken en eerst verder met de ouders van Stijn en met de psychologen gepraat.”

“Op 29 september heeft Elisabeth een afspraak gemaakt bij de psychotherapeut. Daar heeft Stijn Saelens mij zitten verwijten voor alles wat mooi en lelijk is. Begin oktober heeft Elisabeth dan beslist om bij Stijn weg te gaan. Maar Stijn dreigde om met de twee kleinste kinderen naar het buitenland te trekken. De avond dat mijn overleden vader ‘gekist’ werd, was ik in alle staten. Woede, onmacht, schrik en uitgeput door de maandenlange situatie. Ik heb dan naar Pierre Serry gebeld en gezegd ‘doe maar wat je me daar eens gezegd heb’. Dat was 6 oktober. Dat was de eerste keer dat ik Pierre Serry daar zelf voor gecontacteerd heb.”

“Stijn is dan vertrokken naar Australië. We hadden ook klacht ingediend ondertussen. Ik heb Pierre gebeld: niets doen, zei ik hem. Er moest niets gebeuren. Ook niet toen Stijn terugkeerde. Kort voor Stijn Saelens opnieuw naar Australië zou vertrekken, is Elisabeth naar mij gekomen. Ze zei dat het opgelost was, dat Stijn in België wou blijven en in therapie zou gaan. Het was dus rustig, tot hij eind december terugkwam. Van therapie was geen sprake, er kwamen brieven binnen van het immigratiebureau van Australië. Stijn Saelens werd ook niet opgeroepen om verhoord te worden en Elisabeth was helemaal in zijn greep. Ik moest wel ingrijpen en heb opnieuw naar Pierre gebeld.”

“Het gaat hier nog altijd over de kleinkinderen die in gevaar zijn. Ze schopten elkaar, beten elkaar, sloegen elkaar. In bad begonnen ze elkaar af te likken. Dat is toch allemaal niet normaal. Het was voor mij het ultieme redmiddel, de laatste kans, om die kleinkinderen te beschermen. Meester Vermassen, de toenmalige advocaat van Elisabeth, had tegen Elisabeth gezegd: ‘ga niet mee naar Australië. Stel dat hij de reispassen scheurt, dan kan je niet meer terug.’ Die woorden bleven maar door mijn hoofd spoken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier