Op het assisenproces tegen Victor Deveycx (27) heeft onderzoeksrechter Bernadette Vandeputte verklaard dat ze verwacht had dat het dossier voor de correctionele rechtbank zou behandeld worden.
Daarom kwam er in eerste instantie geen reconstructie en geen moraliteitsonderzoek.
Op 6 september 2014 werd Bernadette Vandeputte als onderzoeksrechter gevorderd voor de kwalificatie poging tot doodslag. Na de dood van Maxence Thooris (19) werd dit zelfs doodslag. Opvallend genoeg was het onderzoek op 17 december 2014 al helemaal afgerond. “Het was de bedoeling dat die zaak naar de correctionele rechtbank zou verwezen worden. Het parket had toch laten weten dat dat wellicht ging gebeuren.”
De verdediging merkte op dat een correctioneel proces op dat moment enkel mogelijk was na een herkwalificatie naar opzettelijke slagen en verwondingen. Uiteindelijk vroeg het parket toch de verwijzing naar het hof van assisen voor doodslag. “De KI in Gent heeft dan om een uitgebreid moraliteitsonderzoek gevraagd, zoals gebruikelijk is bij een assisendossier. Daarnaast heb ik ook nog een wedersamenstelling georganiseerd”, aldus onderzoeksrechter Vandeputte. De beschuldigde werd tijdens het onderzoek één keer verhoord door de onderzoeksrechter. “Ik had de indruk dat hij vrij apathisch was. Hij vertelde zijn verhaal wel, maar veel emoties heb ik niet gezien.”
Bij het begin van de zitting kwamen de speurders aan het woord. Onmiddellijk na de fatale schoppartij moesten ze snel in kaart zien te brengen welke rol Victor Deveycx en zijn drie vrienden precies gespeeld hadden. “Het is opvallend dat Faissal Diallo in een tweede verhoor plots spreekt over een beenveeg. Voordien sprak hij over slagen. Die term doet vermoeden dat ze nog contact gehad hebben met Deveycx. Op de dag van de feiten sprak niemand over een beenveeg.”
Openbaar aanklager Serge Malefason had zich maandag ook al gestoord aan de vage verklaringen van de vrienden van de beschuldigde. “Ik denk ook dat er bij de vertaling veel informatie verloren gaat. Ik hoor hem op de video zeggen dat het een trap tegen het hoofd was, maar dat staat niet in het proces-verbaal.” Dat fragment uit het verhoor van Victor Deveycx zal dinsdagnamiddag tijdens het proces getoond worden.
Victor Deveycx beweert dat hij de feiten onder invloed van alcohol pleegde. Het bloed van de beschuldigde werd pas 12 uur later onderzocht. “Over het algemeen wordt dat gedaan, maar deze keer hadden we daar van de procureur niet de opdracht voor gekregen”, zei Benny Roose van de Oostendse politie.
Meester Kris Vincke, advocaat van Deveycx, merkte op dat het onderzoek niet zoals een typisch assisendossier werd gevoerd. “In het begin van de tussenkomst was er sprake van opzettelijke slagen en verwondingen, met mogelijk ernstige gevolgen. Wij doen een onderzoek naar de feiten, wij bepalen de kwalificatie niet“, legde de speurder uit.
(BELGA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier