Koppel uit Wielsbeke staat terecht voor slagen aan baby

Redactie KW

Een koppel uit Wielsbeke moest zich dinsdag voor de correctionele rechtbank van Kortrijk verantwoorden voor opzettelijke slagen aan hun twee maanden oude baby.

Op 22 januari 2014 trok een kinderarts van het ziekenhuis in Waregem aan de alarmbel. Een twee maanden oude baby werd binnengebracht met vastzittende slijmpjes. Op pediatrie werden echter recente en iets oudere breuken vastgesteld. Het meisje had een schedelfractuur, zes gebroken ribben, breuken aan beide onderbenen en dijbenen en aan een sleutelbeen. Ook eerder werd, bij controleonderzoeken voor Kind & Gezin, drie keer een opmerking gemaakt. Het betrof toen een gezwollen kaak, blauwe plekken in de vorm van vingerafdrukken en een verdikking aan het sleutelbeen.

“Ze hebben nooit een afspraak gemist bij Kind & Gezin”

Al snel kwamen de ouders als verdachten in beeld, omdat het kindje altijd bij hen alleen verbleef. “Een keer bleef het bij de grootvader, maar dat kan onmogelijk een verklaring bieden voor de kwetsuren”, meende de openbare aanklager. De ouders legden een leugendetectortest af, met gunstig resultaat. “Toch zie ik genoeg bewijzen van hun betrokkenheid. Er is het medisch dossier, het feit dat het kind altijd bij hen verbleef en het feit dat de ouders, tegen doktersadvies in, het ziekenhuis verlieten met hun kind. De vader is overigens gekend als agressieve man“, zei de procureur, die voor beide ouders een jaar effectieve celstraf en een boete van 600 euro vordert.

Materieel versus moreel bestanddeel

Moeder en vader hebben altijd ontkend dat ze hun kind slagen hebben toegebracht. “Ze hebben nooit een afspraak bij Kind & Gezin gemist. Ze zijn ook op geregelde tijdstippen naar de kinder- en huisarts geweest. Dat zouden ze niet doen, als ze iets te verbergen hadden. Het materieel bestanddeel, de letsels, zijn dan wel bewezen, maar kunnen we dat ook zeggen van het moreel bestanddeel, het opzet?”, vroeg meester Joseph Alijns zich af, die voor de vader van het meisje optreedt.

Op vraag van de jeugdinstelling waar het meisje nu verblijft, kwam er al snel opnieuw contact tussen ouders en kind. “Er is een erg gunstige evolutie sinds april 2014 tot op vandaag“, benadrukt de verdediging. Beide beklaagden gaan voor de vrijspraak.

Vonnis op 1 maart.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier