Een voormalig lid van een motorbende moest woensdag voor de correctionele rechtbank van Kortrijk verschijnen voor afpersing. Het slachtoffer werkte bij hetzelfde bedrijf. Het openbaar ministerie vordert een jaar cel, waarvan zes maanden effectief.
De beklaagde, een 28-jarige man uit Izegem, sloeg van april tot juni 2014 geregeld toe. Hij pestte een collega van het bedrijf waar hij werkzaam was en perste het slachtoffer af. In totaal zou het materiële nadeel van de burgerlijke partij bijna 15.000 euro bedragen. Grote sommen daarvan werden afgehaald op vraag van de beklaagde, maar het slachtoffer moest ook een aantal goederen kopen en aan beklaagde afgeven.
Het eerste contact tussen beklaagde en slachtoffer was op de werkplek. Er werden gesprekken gevoerd om een drugshandeltje op te zetten samen, maar die plannen gingen niet door. De beklaagde, die tot voor kort lid was van een motorbende, zette zijn collega steeds meer onder druk. Dat het slachtoffer daarin bleef meegaan, heeft wellicht te maken met het postuur van beklaagde.
Tot inzicht na motorongeval
“De eerste keer dat ik mijn cliënt zag, had ik ook schrik van hem”, zei zijn advocate. “Hij is een struise man, met tatoeages, en hij heeft een ontzettend grote mond. Hij zag een gemakkelijk slachtoffer.” Ondertussen zou de man zijn banden met de motorbende hebben verbroken. “Na een motorongeval heeft hij zijn echte vrienden leren kennen. De leden van de motorclub kwamen niet eens op bezoek,” aldus de advocate.
De zaak wordt op 20 oktober hernomen om de beklaagde de kans te geven een werkstraf te vragen. Zowel hij als het slachtoffer kwamen niet in eigen persoon opdagen. Naast een celstraf, riskeert de beklaagde ook een boete van 600 euro voor verboden wapens die aangetroffen werden tijdens een huiszoeking.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier