Euthanasie-expert op proces Ivo Poppe: “Het gebeurt anno 2018 nog altijd”

© BELGA
Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen Ivo Poppe, de 61-jarige ex-diaken uit Wevelgem die beschuldigd wordt van oudermoord en de moord op ‘een tiental’ andere mensen, heeft dokter en euthanasie-expert Marc Cosyns getuigd.

“Wat in deze zaak gebeurd is, gebeurt anno 2018 nog altijd. Bijna duizend keer per jaar”, zegt dokter Cosyns.

Dokter Marc Cosyns is de autoriteit op het vlak van euthanasie en de wetgeving errond. Na de euthanasiewet in 2002 was hij de eerste arts die euthanasie toepaste. Op vraag van de verdediging van Ivo Poppe kwam hij de historiek van euthanasie in Vlaanderen schetsen. Dat botste op verzet bij assisenvoorzitter Bart Meganck. “U bent hier niet als deskundige, u bent hier als getuige. Wat heeft die hele geschiedenis met de waarheidsvinding in deze zaak te maken?”, vroeg de voorzitter zich af. “Uit mijn onderzoek blijkt dat voor de wetgeving (in 2002, LK) in 3,2 procent van de overlijdens enige vorm van levensbeëindiging zonder vraag is geweest toen het nog niet mocht. Dat werd ook in zestig procent van de gevallen uitgevoerd door een verpleegkundige. De arts liet de verpleegkundige dit dan doen omdat de patiënt niet mocht ‘sterven als een hond’, zoals ze zegden“, schetste dokter Cosyns.

Uit diepte-interviews met die verplegers blijkt nog altijd dat verpleegkundigen mensen helpen, waar dokters het vaak weigeren

Volgens hem heeft de wetgeving in 2002 een positief effect gehad, maar is het fenomeen nog niet verdwenen. “Uit het laatste onderzoek van 2013 daarnaar blijkt dat in 1,7 procent van de sterfgevallen er nog altijd sprake is van levensbeëindiging zonder vraag. En dat het vooral de verpleegkundigen zijn die de stervensmiddelen ter beschikking stellen. Uit diepte-interviews met die verplegers blijkt nog altijd dat verpleegkundigen mensen helpen, waar dokters het vaak weigeren.

Euthanasie-expert op proces Ivo Poppe:
© Getty Images/iStockphoto

Dat kader is belangrijk binnen het geheel van deze assisenzaak. Ik ga niet oordelen of het goed of slecht is, ik stel alleen vast dat het gebeurt. Uit een extrapolatie van ons onderzoek uit 2013 blijkt dat er 968 artsen of verpleegkundigen per jaar zijn die mensen helpen. Dan zouden die allemaal naar het hof van assisen moeten komen. Dan voel je toch dat er iets niet klopt. Verpleegkundigen doen dat bovendien vaak stiekem omdat ze in een precaire situatie zitten, als ondergeschikten. Als je geconfronteerd wordt met zo’n lijden, dan is het te begrijpen dat je die mensen uit dat lijden wil verlossen of dat stervensproces wil verkorten. Dit heeft volgens mij met moord niets te maken.”

Dit heeft volgens mij met moord niets te maken

Volgens de huisarts is het bovendien niet ongeloofwaardig wanneer Ivo Poppe zegt dat hij zich niet alles kan herinneren. “Ik herinner me ook niet alle mensen die ik geholpen heb. Ik heb natuurlijk alles bijgehouden omdat ik heel transparant werk”, klonk het. De advocaat van het AZ Delta, één van de burgerlijke partijen, wou weten of het inspuiten van lucht een courante praktijk was. “Ik zou het nooit doen, maar het is volgens mij een pijnloze, snelle dood. Het was in de periode voor de wetgeving wel een vaak gebruikte manier door verplegers, omdat het een manier was die dicht bij hen stond. Vroeger deed men het met een overdosis morfine, maar die stond later onder meer controle. Maar er zijn duizenden middelen, zelfs met water kan je iemand doden.”

Straks komt het college van deskundigen getuigen, dat door het gerecht werd aangesteld om zich te buigen over de psychiatrische toestand van Ivo Poppe.