Advocaten Elisabeth: “Het parket haat André Gyselbrecht”

© BELGA
Laurens Kindt

Op het proces over de Kasteelmoord is de laatste dag van de pleidooien gestart. Vandaag krijgen alle partijen de kans om een repliek te geven op alles wat de voorbije acht procesdagen gezegd werd. Na de raadslieden van de familie Saelens was het de beurt aan de raadslieden van Elisabeth Gyselbrecht.

Luc Arnou uit Loppem nam als eerste het woord voor Elisabeth Gyselbrecht. “Dat Elisabeth hier de Judas genoemd wordt, bewijst hoe de debatten op het scherpst van de snee worden gevoerd. Elisabeth balanceert inderdaad op een moeilijk evenwicht. Dat wordt hier nu van de kaart geveegd. Er wordt alleen maar in termen van zwart en wit gedacht. Plotseling is ze een Judas. Wij willen alleen de waarheid kennen en die is genuanceerd. Maar dat wordt ons kwalijk genomen. Op zich heb ik daar geen probleem, van de kant van de beklaagden of de familie Saelens, maar wel vanuit de kant van het openbaar ministerie. Alles wordt Elisabeth kwalijk genomen. Alles wat Stijn heeft gedaan, wordt door een roze bril bekeken. Alles wat André Gyselbrecht heeft gedaan, wordt door een zwarte bril bekeken. Maar de waarheid kwetst. Voor iedereen. Ook voor Elisabeth.”

De discussies zijn hier persoonlijk geworden. Tussen advocaten onderling, tussen advocaten en parket

De raadsman viseerde vervolgens het openbaar ministerie. “Het parket vergoelijkt de feiten die Stijn Saelens pleegde op een van zijn kinderen. Men zegt dat het allemaal ‘al spelend’ gebeurde. ‘Al spelend’? Ik zie me met dat argument al naar een rechtbank trekken voor een man die beschuldigd wordt van zedenfeiten met zijn kinderen. Ik denk niet dat, als ik dat zou pleiten, dat het openbaar ministerie dan instemmend zou zitten knikken. Dat ze ermee akkoord zouden zijn. Integendeel! Waren die feiten strafbaar? Ik denk dat we hier toch heel dicht bij een aanranding van de eerbaarheid van een minderjarige zitten. Net als bij de feiten op Anaïs N. in Australië (de vrouw die in een mail aan André Gyselbrecht beweerde dat ze verkracht werd door Stijn Saelens in Australië, LK). Ook dat wordt onder de mat geveegd door het parket of door een roze bril bekeken. Het past niet in hun kraam. Elisabeth heeft mij gisteren nog gemaild. Het is niet haar bedoeling om Stijn zwart te maken, maar de waarheid moet gezegd kunnen worden. De discussies zijn hier persoonlijk geworden. Tussen advocaten onderling, tussen advocaten en parket. Waarom wordt André Gyselbrecht hier zo gehekeld? Omdat ze hem haten! Men heeft alleen zijn eigen gelijk voor ogen en zo krijgt men het denken in termen van zwart en wit. Elisabeth, die zwart en wit uit elkaar wil houden, krijgt dan de wind van voren. Op alle mogelijke manieren. Ze wordt zelfs een slechte moeder genoemd.

Zijn medepleitster Els Gauquie ging verder. “Mag Elisabeth haar vader nog graag zien nadat hij haar dit heeft aangedaan? En mag ze nog treuren om Stijn? Ik trad ooit op voor een zoon die zijn zus had gedood. Die ouders smeekten de rechters om een vonnis te vellen dat hen toeliet om zowel hun dochter, op het kerkhof, als hun zoon, in de gevangenis te kunnen bezoeken. Elisabeth heeft hier geen plotse ommezwaai gemaakt naar de vader die de plak zwaait. Een goed requisitoir van het parket moet zalven en slaan, niet bidden en vloeken. Het requisitoir was ongemeen scherp en soms zelfs gemeen scherp. Het is niet de taak van het parket om een gloeiende hekel te hebben aan een beklaagde.”

Het is niet de taak van het parket om een gloeiende hekel te hebben aan een beklaagde

De advocate ging vervolgens de hypothetische toer op. “Stijn geloofde niet in behandeling. Hij schrijft het letterlijk in zijn boek, op pagina 51. Hij geloofde alleen in een verhuis naar de andere kant van de wereld. De enige die Stijn doorzag, was André Gyselbrecht. Hij bleef voor een behandeling vechten, maar er kwam geen behandeling. Stijn wilde niet. Wat als Stijn zich nooit ongepast had gedragen ten aanzien van zijn kind en altijd alleen maar een beetje excentriek was geweest? Wat als het bij één keer was gebleven? Wat als hij na het tweede geval van misbruik begrepen zou hebben dat hij in therapie moest gaan? We hadden twee gelukkige families gehad en zouden hier niet gestaan hebben. Vader Gyselbrecht is voor Elisabeth een goed mens die de slechtst mogelijke daad heeft gesteld maar nog steeds een goed mens is. Daarom kan Elisabeth hem vergeven en wil ze hem opnieuw in haar leven en dat van haar kinderen. Namens Elisabeth, alstublieft, vragen wij voor haar vader een menselijke straf.”

Na een korte pauze krijgen nog de advocaten van Yves Wolfcarius, de nieuwe partner van Elisabeth Gyselbrecht, en de voogd-ad-hoc van de kinderen het woord.