Advocaat André Gyselbrecht: “Rechtbank is niet bevoegd”

© BELGA
Laurens Kindt

Op het proces over de Kasteelmoord is het pleidooi begonnen van Filip D’Hont en Johan Platteau, de advocaten van André Gyselbrecht. Voor hun pleidooi hebben de raadslieden een geluidsinstallatie en maar liefst vier grote schermen in de zaal laten installeren. Advocaat Filip D’Hont stelde – opnieuw – dat de rechtbank niet bevoegd is.

Advocaat Johan Platteau nam eerst even het woord om, kort, preventief zijn excuses aan te bieden mocht hij later in zijn pleidooi beginnen roepen of schreeuwen. “Weet dat ik dat doe omdat ik geloof in mijn cliënt. Als ik verkeerd doe, zeg het mij”, gaf hij de drie rechters mee. Daarop nam raadsman Filip D’Hont het over. “Er werd in de diverse pleidooien van de burgerlijke partijen en in het requisitoir van het openbaar ministerie met scherp geschoten op André Gyselbrecht. Hij werd herleid tot een karikatuur van de gelaagde en complexe mens die hij is. Zijn leugens worden hem kwalijk genomen, maar liegen is zijn recht. Is een karaktermoord nu werkelijk de bedoeling van een humaan en modern strafproces? Zonder veel meerwaarde werden meteen ook een aantal verdedigingskeuzes van zijn vorige en zijn huidige advocaat gehekeld. Er werd meer de man dan de bal gespeeld. Wij koesterden de wens om overal, bij elk verwijt, de puntjes op de ‘i’ te zetten. Maar we gaan dat niet doen. Dat iedereen voor zijn eigen deur veegt. Maar verwacht van ons niet enkel lieve woorden. We staan hier om André Gyselbrecht te verdedigen, tot het uiterste, zodat we hier een eerlijk proces krijgen”, zei raadsman D’Hont als inleiding.

Hier werden we geconfronteerd met gebroken beloftes van het parket

Hij begon daarna over een aantal procedurele punten. “Het is niet aangenaam, na een jaar vol verhitte debatten, maar het is onze mening dat deze rechtbank onbevoegd is. Na de beslissing van het Grondwettelijk Hof vorig jaar is het zo dat de berechting van moorden opnieuw is toegewezen aan het hof van assisen. De Europese wetgeving is hierin duidelijk: iedere burger verdient voor de rechter te staan die door de wet is ingesteld. De vraag is: zijn daarmee de rechten van mijn cliënt geschonden? Hier werden we geconfronteerd met gebroken beloftes van het parket. Men zou alle debatten audiovisueel registreren en dan besliste men plots om dat toch niet te doen. Met een enorm spanningsveld tussen partijen over wat er op het zittingsblad staat tot gevolg. Op assisen had je dit niet gehad, daar was alles mondeling. Idem voor het oproepen van getuigen: daar is dat verplichte kost en hier gebeurt het niet. En met de discretionaire macht van een assisenvoorzitter had u, mevrouw de voorzitter, ook kunnen doen. Het openbaar ministerie heeft u aan het lijntje gehouden, onder andere door het dossier over het wissen van computerbestanden op de Stijn Saelens heel laat te voegen”, stelde advocaat D’Hont.

Dit incident toont aan dat er niet correct werd gespeeld bij de bewijsgaring

Naast de bevoegdheid stelde Filip D’Hont ook vraagtekens bij de mogelijke maximumstraf die kan gegeven worden. Opnieuw verwees hij naar het arrest van het Grondwettelijk Hof, dat in december deels brandhout maakte van de hele assisenhervorming. Volgens D’Hont betekent dat arrest dat alleen het hof van assisen nog bevoegd is voor moordzaken én dat de maximumstraffen beperkt zijn tot twintig jaar. Het openbaar ministerie gaat echter uit van dertig jaar als maximumstraf. “Het wordt tijd dat we dit probleem eens definitief oplossen want we zitten hier met twee families die dat graag eens uitgeklaard willen zien. Op het moment van de feiten, 31 januari 2012, was twintig jaar de maximumstraf die een correctionele rechtbank kan opleggen en dat is vandaag opnieuw zo”, pleitte advocaat D’Hont.

Volgens advocaat D’Hont zijn er nog altijd twee dossiers die niet aan het moorddossiers zijn gevoegd, hoewel het parket dat beloofd heeft. “Ik ben bovendien zeer ongerust over de hele geschiedenis met de vermeende informant (de man die beweert dat hij in opdracht van de politie gesprekken met Evert de Clercq had en opnam in de gevangenis in Ieper, LK). Die informatie van die informant, die zogezegd niet bestaat, wordt wél gebruikt in de vraagstelling door de politie aan Pierre Serry tijdens een verhoor. Wat ik daar erg aan vind, is dat we daar geen klaarheid over hebben. Het parket zei dat ze daar niets wilden over zeggen, de KI zei dat er niets aan de hand was. Maar die info is wel gebruikt. Die man beweert dat hij door de politie geplaatst werd in de cel van Evert de Clercq om hem af te luisteren. Dat is geen informant, dat is een burger-infiltrant. Compleet onwettelijk. Op die manier verschalk je het zwijgrecht van de persoon bij wie je hem plaatst. Dit incident toont aan dat er niet correct werd gespeeld bij de bewijsgaring en dat dit klaarblijkelijk niet mag uitkomen! Het woord ‘naïef’ staat niet op mijn voorhoofd”, pleitte raadsman D’Hont.

Nu volgt een korte pauze tot 16 uur. Daarna zal Johan Platteau het woord nemen.