7 jaar cel voor minderjarige dader in zaak van groepsverkrachting in Oostende

Redactie KW

De Brugse correctionele rechtbank heeft een 18-jarige van Iraakse origine tot 7 jaar effectieve celstraf veroordeeld voor zijn rol in een groepsverkrachting in Oostende. De beklaagde was nog minderjarig op het moment van de feiten, maar werd uit handen gegeven door de jeugdrechter.

De groepsverkrachting van het 17-jarige meisje dateert al van 21 november 2015, maar kwam pas eind januari 2016 bij toeval aan het licht. Op het gsm-toestel van een minderjarige verdachte werd een foto gevonden waarop hij met een wapen poseerde, waarop zijn school de politie inschakelde. Die trof op het bewuste toestel vier filmpjes van de groepsverkrachting aan. De feiten werden onder invloed van alcohol gepleegd in een woning in Oostende. Het slachtoffer was het vriendinnetje van een van de daders.

De lokale politie van Oostende slaagde erin om alle betrokkenen te identificeren. Het ging om zeven personen van Iraakse origine. Vier meerderjarige verdachten werden in november 2016 al veroordeeld tot effectieve celstraffen van 7 jaar door de correctionele rechtbank van Brugge. Het OM had in dat dossier straffen tot vijf jaar cel gevorderd. Ondertussen hebben de beklaagden beroep aangetekend, waardoor de zaak donderdag voor het hof van beroep in Gent komt.

Een van de minderjarige verdachten werd afgelopen zomer uit handen gegeven door de jeugdrechter. Vrijdagnamiddag werd hij tot 7 jaar effectieve celstraf veroordeeld. De beklaagde is ook voor 10 jaar zijn burgerrechten kwijt. Zijn ouders worden door de rechtbank burgerrechtelijk aansprakelijk geacht voor de schadevergoedingen. “De ouders moeten in de opvoeding fundamentele waarden bijbrengen, maar dat is niet of onvoldoende gebeurd.” Na de uitspraak trok de vader van de beklaagde nog stevig van leer tegen de rechter. “Is dat rechtvaardigheid, zeven jaar cel om twee keer met dat meisje te vrijen?

In het vonnis werd opgemerkt dat het slachtoffer op geen enkele manier toestemming had gegeven. “Ze bevond zich in een totaal weerloze toestand, want ze was bewusteloos nadat ze haar dronken hadden gevoerd.” De rechtbank wees op de mensonterende en gruwelijke daden van de beklaagde. Het drankmisbruik van die bewuste avond kan volgens de rechtbank geen excuus zijn.

De verdediging vroeg om een voorwaardelijke straf, maar dat werd door de rechtbank afgewezen. In de motivatie werd verwezen naar het verslag van de gerechtspsychiater. Die stelde vast dat de theatrale beklaagde geen inlevingsvermogen en schuldbesef vertoont.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier