In Heist heeft de civiele bescherming het kadaver van de dode potvis opgeruimd. Het dier kreeg intussen de naam Theofiel mee, naar de Heistse IJslandvaarder Theofiel De Groote
De Civiele Bescherming sneed de potvis eerst voorzichtig in stukken. Daarna vervoerden ze de potvis naar een afvalverwerkingsbedrijf.
De politie hield vannacht alvast een oogje in het zeil in de buurt van de potvis om te voorkomen dat schattenjagers er vandoor gingen met de kostbare tanden van het dier. Potvissen kunnen ook amber in hun ingewanden bevatten, wat een kostbaar goed is in de cosmetica-industrie. Uit een eerste wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het dier gezond was. Wellicht ging het fout door een combinatie van desoriëntering en zandbanken die het dier deden stranden.
Intussen heeft de heemkring Heyst-Leeft aan het gemeentebestuur gevraagd of er geen overeenkomst gemaakt kan worden met het Instituut voor Natuurwetenschappen om eventueel enkele tanden of beenderen een plaatsje te kunnen geven in het heemkundig museum Sincfala.
(A.D.)
Meer vanavond in het nieuws op Focus en WTV vanaf 18u00
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier