Cafémoord in Eernegem: Beschuldigde kan zich weinig herinneren

Redactie KW

Voor het West-Vlaamse hof van assisen is maandag beschuldigde Marco Cappelle verhoord. Hij staat terecht voor dubbele doodslag op de uitbaters van café Papillon in Eernegem. De beschuldigde vertelde over zijn jeugd, zijn strafverleden en de feiten. Over wat er op 27 december 2005 in café Papillon afspeelde, weet hij echter niet veel meer. “Ik kreeg een tafel op mijn hoofd”, vertelde hij. “Wat de getuigen vertellen, zal wel juist zijn, want ik weet het niet meer.”

Capelle komt uit een gezin waar vader regelmatig moeder te lijf ging. Zelf vond hij dat hij minder goed werd behandeld dan zijn jongere broer en zus. “Maar mijn jeugd mag geen excuus zijn”, vertelde hij. Het gezin woonde een tijdlang in een zigeunerkamp in Nederland. Marco leerde er de wet van de sterkste kennen, maar ook opkomen voor zijn familie. Op zijn achtste zag hij hoe zijn vader werd neergestoken en beschoten.

Als kind was hij beschaamd om vriendjes uit te nodigen. “Het was thuis zo erbarmelijk. Mijn moeder kreeg veel slaag. Als ik tussenkwam, deelde ik in de klappen.” Zijn moeder vluchtte enkele keren maar kwam vaak terug. “Uit schrik”, vertelde Marco maandag. “Toen ik 17 was, vertrok ze definitief.”

Op zijn 16de werd de beschuldigde in een jeugdinstelling geplaatst nadat hij de buurman had neergestoken. De man overleefde de feiten op het nippertje. Cappelle wijst het gebrek aan kansen om te studeren aan als oorzaak.

De beschuldigde kende twee belangrijke relaties in zijn leven. Het eerste meisje speelde hij kwijt door feiten waarbij zijn vader betrokken was. Het andere meisje zette hem naar eigen zeggen op het juiste pad. Ze structureerde zijn leven en bracht zijn administratie in orde. Tot op vandaag blijft zij hem trouw. Die vrouw, Nathacha Vanhulle, komt dinsdagmiddag getuigen.

De voorzitter lichtte enkele van de 39 processen-verbaal tegen Capelle wegens slagen en verwondingen toe. De pv’s waren de aanleiding tot eerdere veroordelingen. Zo zat hij al eens 27 maanden in de cel. “Ik ben geen engel maar achter alle feiten steekt een verhaal”, vertelde de beschuldigde. “In de meeste dossiers staat de versie van de politie.”

De lijst met ex-werkgevers van de beschuldigde is een vijftiental namen lang. Capelle bleef nergens lang en moest telkens vertrekken om diverse redenen. Zelf legt hij de oorzaak meestal bij de werkgever. Op de vraag van de voorzitter of hij problemen heeft met gezag en orders krijgen, antwoordde de beschuldigde: “Mijn bazen moesten de koning niet uithangen. Ik ben geen ezel”, luidde het. Wel erkende de beschuldigde dat hij licht ontvlambaar is.

Op 16 mei 2004 raakte Capelle al eens betrokken bij een incident in café Papillon. Hij sloeg onder meer de ramen stuk. Over de aanleiding van dit incident lopen de verklaringen van de beschuldigde en de aanwezige getuigen uiteen. Na deze feiten mocht hij er niet meer binnen.

Over de feiten op 27 september 2005 kan de beschuldigde zich niet veel meer herinneren. Hij weet wel nog dat uitbater Georges D’Hoop hem teken deed dat hij niet gewenst was. De voorzitter drong enkele minuten aan. “Ook al vraag je het nog 1.000 keer. Ik weet het niet meer. Ik ga hier geen toneel spelen of liegen om mooi over te komen. Ik verwacht hier gewoon de maximumstraf, geen cadeau. Ik zal mijn verantwoordelijkheid nemen.”

Dat Cappelle zich niet in de hoek laat drummen, mocht tijdens het onderzoek onder meer de onderzoeksrechter ondervinden tijdens een zitting van de raadkamer. “Hij maakte me belachelijk”, verklaarde Cappelle maandag.

Cappelle krijgt in de gevangenis nog bezoek van zijn vriendin, enkele kennissen en zijn schoonouders. Zijn moeder krijgt hij liever niet op bezoek. De beschuldigde zei bij het einde van zijn verhoor dat hij niet trots is op wat is gebeurd. “Je moet je daar diep voor schamen”, luidde het. (Bron: Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier