Bommen en obussen onder toekomstige golf Ter Hille

Redactie KW

OOSTDUINKERKEOp de site Ter Hille in Oostduinkerke, waar de gemeente Koksijde in de toekomst het golfterrein Ter Hille wil realiseren, zijn deze week archeologische opgravingen gestart. De archeologen hopen er sporen te vinden van nederzettingen uit de middeleeuwen. Ze moesten daarmee echter wachten tot ontmijners de sites op achtergebleven munitie hadden onderzocht. Net op de bewuste locaties haalde een gespecialiseerde Britse firma de voorbije weken effectief obussen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog boven.

Ter Hille in Oostduinkerke. Op de plaats waar de gemeente Koksijde in de toekomst een golfterrein wil realiseren, onderzoeken ontmijners van de Britse firma Bactec in samenwerking met de firma Braet uit Nieuwpoort de laatste vierkante meters grond op resten van munitie uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Waarschuwingsbordjes met ‘Ontploffingsgevaar’ maken duidelijk dat het hier bittere ernst is. Intussen staan de archeologen van de firma Monument nv en de Koksijdse gemeentearcheoloog Alexander Lehouck te springen om op het domein vier hectaren afgebakende zones te onderzoeken. Best dat ze daar toch even mee gewacht hebben, want de Britse firma haalde net buiten de archeologische zones zes grote obussen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog boven. De springtuigen werden meegenomen door Dovo.

IJzerconcentraties

Werftoezichter Bart Hubrecht merkt nadrukkelijk op dat het voor onbevoegden verboden is om te graven op het domein Ter Hille. “Het kan er nog levensgevaarlijk zijn”, waarschuwt hij. “Immers, het is lang niet zeker dat alle springtuigen gedetecteerd werden.”

“Tijdens het vooronderzoek is al gebleken dat er mogelijk munitie en springtuigen in de grond stak”, vertelt Alexander Lehouck. “Er zit hier immers veel wereldoorlogerfgoed. Daarom is er van hogerhand beslist om vr het archeologisch onderzoek de terreinen die aan het onderzoek zullen worden onderworpen volledig te onmijnen. Het munitieonderzoek beperkt zich tot de archeologische zones. De archeologen die deze week begonnen zijn, gaan uiteraard ook graven en de gemeente wil hier logischerwijs geen enkel risico lopen dat er daarbij een obus ontploft.”

Op basis van scanonderzoek wisten we waar er in de bodem ijzerconcentraties zitten. Dat levert niet noodzakelijk altijd een obus op. Immers, ook nagels, ijzerafval, prikkeldraad, magneten, kookpotten… geven een signaal. Op oude luchtfoto’s zie je ook nog de vroegere munitiedepots staan. Net daar geven de scans enorm veel ijzerconcentraties aan.”

“De ontmijners zetten aan de hand van de scans ‘targets’ of verdachte locaties uit, waarmee ze de precieze locatie van het object bepalen”, aldus Bart Hubrecht. “Daarna beginnen ze heel gericht te graven. Ze zitten er maximaal 20 centimeter naast.”

Op basis van de scanresultaten kan je niet opmaken of het munitie of gewoon metaalafval gaat. “Zo hebben de ontmijners een put van maar liefst drie meter diep gegraven om uiteindelijk een… spijker te vinden”, zegt Alexander Lehouck. “Je kan je voorstellen dat een dergelijke actie de archeologische context enorm heeft verstoord.”

“Soms krijg je wel een idee van de massa en dus van de grootte”, legt Bart Hubrecht uit. “Maar zelfs dat is geen garantie. Iets wat op de scans slechts een klein signaaltje gaf, bleek uiteindelijk w een obus te zijn, maar dan een die rechtop stond. De scanner ‘zag’ immers enkel maar de bovenkant van de obus.”

Wegtrac

Sinds deze weken graven archeologen op de site Ter Hille letterlijk en figuurlijk dieper in de geschiedenis. “Dan pas zal duidelijk zijn hoeveel schade het munitieonderzoek heeft aangericht”, gaat Alexander Lehouck verder. “Een viertal zones van in totaal vier hectare blijken uit voorstudies en geofysisch onderzoek archeologisch waardevol en die zullen worden onderzocht.”

“Vooreerst zijn we nieuwsgierig naar het cultuurlandschap uit het verleden. Er moeten in de bodem nog resten te vinden zijn van perceelsgrachten en wegtrac. Die wegtrac hoeven we niet volledig op te graven. Een deeltje is al voldoende. Zo komen we tot een te onderzoeken oppervlakte van 4 van de 85 hectare, wat betrekkelijk weinig is. Doorgaans wordt er tot tien procent van een zone onderzocht.”

Alexander Lehouck weet wel waar hij zich verder aan mag verwachten. “In het plangebied hebben we al drie verdwenen nederzettingen in kaart gebracht”, aldus Alexander Lehouck. “De oudste sites dateren waarschijnlijk uit de periode van de 11de tot de vroege 13de eeuw. Er zijn geen geschreven bronnen van overgebleven. Vermoedelijk ging het om boerderijen in vakwerk, langs een watergang, met enkele bedrijfsgebouwtjes zoals een spijker (graanschuur op pijlers, n.v.d.r.) en kleine akkertjes ernaast.”

De derde site is jonger en waarschijnlijk laatmiddeleeuws. “Wellicht gaat het om de resten van huizen van vissersboeren die in de middeleeuwen aan de rand van Oostduinkerke woonden om in de polders aan landbouw te doen. Een van de sites sluit aan op het Nonnenhof. Waarschijnlijk was de boerderij vroeger iets groter.”

Duivelsput

Het golfterrein omsluit ook het Hof ter Hille waar het golfclubhuis zal worden ondergebracht. “Dat Hof ter Hille was een grafelijk leen dat in het midden van de 14de eeuw door de abdij Ten Duinen werd aangekocht en van dan af als pachthoeve werd uitgebaat”, gaat Alexander Lehouck verder.

“Een andere archeologische zone die we zullen onderzoeken, is die van de Duivelsput. “Daar is een bekende legende uit de 17de eeuw aan verbonden. Volgens die legende zou de toenmalige eigenares zich door een knecht in een koets naar het Hof ter Hille laten brengen hebben omdat de pachter van Hof ter Hille niet wou betalen. Op een bepaald ogenblik zou de knecht God hebben gedankt dat ze eindelijk op hun bestemming waren, waarop de eigenares zou hebben uitgeroepen : ‘Of het nu met God is, of zonder God, we zijn op het Hof ter Hille’. Onmiddellijk daarna sprongen er een aantal honden op de baan die de teugels van de paarden doorbeten, waardoor de koets onbestuurbaar werd. De knecht kon met de paarden ontsnappen maar de onbestuurbare koets reed de put in. Van de eigenares en koets werd nooit meer iets vernomen. Dit is een heel vreemd en oud verhaal waar een groot mysterie rond is blijven hangen. Het is een aanwijzing dat men ook in de 17de eeuw al niet meer wist waarvoor die put precies heeft gediend. Het moet dus een heel oude site zijn.”

Het zijn kleine maar betekenisvolle aanwijzingen hoe boeiend de omgeving is voor archeologen. “Misschien vinden we hier nog oudere resten van bewoning terug”, knikt Alexander lehouck. “Als je vertrekt van de vereldoorlogen en vandaar verder terugkeert in de geschiedenis… Wat er hier allemaal is gebeurd, bijvoorbeeld op het einde van de middeleeuwen, de godsdienstoorlogen, de slag bij Nieuwpoort… Het zijn allemaal laagjes in de geschiedenis die we hier op dit terrein van elkaar moeten kunnen onderscheiden. Nu hebben we in de bodem een blauwdruk van wat er zich hier allemaal heeft afgespeeld. Nu komt het er op aan om laagje per laagje af te pellen, ten einde een totaalbeeld van de geschiedenis van Ter Hille te krijgen.”

(Tom Vandenabeele)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier