De prijzen voor concessies op kerkhoven in België lopen sterk uiteen. Gemeentes kunnen zelf beslissingen nemen, waardoor de gehanteerde criteria voor het berekenen van de prijs zeer ondoorzichtig zijn voor de consument. Dat besluit het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisatie (OIVO) uit een analyse van de verschillende tarieven voor grafconcessies.
Een inwoner van Kortrijk betaalt voor een concessie in volle grond met een looptijd van 50 jaar 1.350 euro. Een inwoner van Oostende moet daarvoor 1.000 euro op tafel leggen, terwijl het voor iemand van Ieper om een “koopje” gaat: 250 euro. In Roeselare betaal je voor een looptijd van 30 jaar 375 euro.
Niet transparant
Afhankelijk van de duur, de grootte van de concessie en het type graf kunnen de prijzen enorm verschillen, stelt het OIVO vast. Bovendien gelden verschillende tarieven afhankelijk of iemand al dan niet gedomicilieerd is in de gemeente waar het kerkhof zich bevindt. De prijzen worden verdubbeld, verdrievoudigd tot zelfs vervijfvoudigd voor mensen die niet in de gemeente wonen. Sommige gemeenten geven zelfs drie tarieven op: één voor inwoners, één voor niet-inwoners en één voor niet-inwoners die een groot deel van hun leven wel in de gemeente gewoond hebben.
Het Oivo betreurt het gebrek aan transparantie. Er moet meer gelijkvormigheid komen in de aanduiding en de bepaling van de prijs van grafconcessies, zo vindt het verbruikerscentrum.
(Belga/BS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier