SOS WVL (3) : Is er gevaar voor een invasie van exotische spinnen via de haven van Zeebrugge?

© Flickr / Martijn Nijenhuis
Redactie KW

Elke maandag vissen we uit of de grote vrees van een deel van de West-Vlaamse bevolking terecht is. Dit keer : de achtpotige lieverdjes uit uw tuin… en huis!

Zo’n 3 op 10 West-Vlamingen is er bang voor en toch komen ze in zowat elk huis en in elke tuin voor : spinnen. De geleedpotigen (want insecten zijn het niet) bestaan al zo’n 400 miljoen jaar en waren er al voor de dino’s op onze aardkloot rondliepen. Dat arochnofobie zo massaal voorkomt, heeft ook tot gevolg dat er om de zoveel jaar wel een verse spinnenfilm op het horrorpubliek wordt losgelaten. Van de klassieker ‘Tarantula’ uit 1955 over Arochnophobia tot Eight Legged Freaks. Extreem dodelijke spinnen, gemuteerde ruimtespinnen of reusachtige exemplaren : de meest waanzinnige achtpotige monsters passeerden al op het witte doek.

Onbekend is onbemind

Maar hoe zit het met de realiteit? Belt u vanavond meteen een verdelgingsfirma of het leger als u een spin met zebramotief in de kelder aantreft? Neen dus. In Vlaanderen komen ongeveer 600 soorten voor, geen daarvan is ‘gevaarlijk’ voor de mens. “De doorsnee Vlaming kent slechts een paar soorten”, vertelt Koen Van Keer van de de Belgische Arachnologische Vereniging (Arabel). “De Kruisspin is de bekendste en daarnaast is er ook de ‘Huisspin’.” De ‘Huisspin’, dat zijn eigenlijk drie verschillende soorten, maar de meeste mensen kennen het onderscheid niet tussen de grijze, de ‘gewone’ en de ‘grote’. Het is deze Huisspin die de mensen de meeste angst inboezemt. De beestjes hebben een grote spanwijdte en duiken regelmatig in huis op. Nochtans is de Huisspin zeer zachtaardig tegenover de mens. In experimenten waar onderzoekers zich wilden laten bijten, lukte dat niet of slechts met de allergrootste moeite. En àls het lukte, dan had de beet geen noemenswaardig effect.

Naast de Kruisspin en Huisspin, hebben heel wat mensen ook al eens de Huiszebraspin (onschadelijk dus) en de Grote Trilspin ontmoet, maar die namen zijn minder bekend. “Enkele soorten die de voorbije jaren iets aan bekendheid gewonnen hebben, zijn de Tijgerspin, ook wel Wespspin genoemd, en de Lentevuurspin”, aldus Koen Van Keer. “Beiden hebben dit vooral te danken aan hun opvallende uiterlijk en aan ‘enkele optredens in de media’. Tot slot zijn er nog de spinachtigen die mensen vaak verkeerdelijk voor spinnen aanzien, zoals hooiwagens en enkele mijten, ook wel ‘rode spinnetjes’ genoemd.”

Nachtelijk en binnensmonds bezoek?

We kennen de soorten nu (allee, toch een vijftal), maar waar kunnen we deze vriendjes nu vinden? “Spinnen zitten overal”, legt Koen Van Keer uit. “De meeste soorten uiteraard buiten. Mensen die gedurende enkele jaren intensief de spinnen in hun tuin zoeken, komen vaak uit op 100 verschillende soorten, al is dat wel afhankelijk van waar je woont. Het aantal spinnensoorten dat regelmatig binnenshuis wordt gevonden, ligt op een 15-tal.”

Toch redelijk wat huisbezoek dus, maar vrees niet : er kruipen ‘s nachts géén spinnen over je gezicht, laat staan in je mond. “Een spin is koudbloedig”, aldus Koen Van Keer. “Voor de spin betekent dit dat het temperatuursverschil tussen de omgeving en die van de mens te groot is. Als een spin op een mens kruipt, dan heeft de spin het gevoel op een heet oppervlak te zitten. Via zintuighaartjes op de poten kunnen spinnen ‘proeven’ dat ze zich op een mens begeven.” En dat is voor het beest het signaal om zich uit de (acht) voeten te maken, want de spin vermijdt liever contact met een van z’n grootste vijanden.

Gebeten om te weten

‘Jamoja’, horen we enkele niet-gerustgestelde lezers poneren, ‘er bestaan toch ook spinnen die wél gevaarlijk zijn.’ Dat is zo, maar in West-Vlaanderen not so much. Koen Van Keer werkte recent mee aan een aflevering van Wild Van Dieren waarbij Koen Kohlbacher zich liet bijten door een kruisspin. De spin moest in de eerste plaats al héél erg overtuigd worden om uiteindelijk te bijten en nadien was er enkel een klein wondje. Voor het boekje ‘In de herfst komen ze binnen, zin en onzin over spinnen’, liet Koen Van Keer zich ook zelf bijten door verschillende soorten. “Steeds met min of meer hetzelfde effect”, vertelt Koen. “Voor zover ik weet is er geen enkel gedocumenteerd geval van een allergische reactie op spinnengif.”

Buitenlands bezoek

Door een aantal buitenlandse soorten is het natuurlijk minder aangewezen je te laten bijten. “Bij de buitenlandse soorten zijn er wel enkele waarvan het gif gevaarlijk kan zijn voor de mens. In sommige gevallen zelfs dodelijk”, stipt Koen Van Keer aan. “Dat zijn dan bijvoorbeeld Zwarte weduwen, de Braziliaanse zwerfspin en de Sydney funnelweb spider’.” Maar ook die lieverdjes worden eigenlijk als ‘niet-risicovol’ beschouwd, omdat de potentieel gevraarlijke soorten niet makkelijk elders gedijen. “Eén uitzondering vormt de Australische zwarte weduwe of ‘Redback’ (Latrodectus hasselti), die blijkbaar lijkt te gedijen in een bepaalde streek in Japan”, vertelt Koen Van Keer. “In 1999 is deze soort ook ons land binnengebracht via een container vanuit Australië. Enkele exemplaren waren ontsnapt op een bedrijventerrein in het Limburgse Bree. Het betekende vooral een vette kluif voor de pers en er werden uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen. Een Australische professor én een voorraad antigif werden overgevlogen en de bevolking werd gevraagd op verdachte spinnen te melden.” Het zorgde vooral voor een hoop foutieve meldingen. Arabel, de Belgische Arachnologische Vereniging, volgde alles op en vond enkele maanden na de invoer nog één volwassen en één jong exemplaar. Dit laatste baarde wat zorgen, gezien het betekende dat een nieuwe generatie al even had kunnen overleven, maar later onderzoek leverde niets op. “Sindsdien zijn er af en toe meldingen van gespotte Red backs in de streek, maar geen enkele werd door een erkend arachnoloog bevestigd”, aldus Koen Van Keer.

Bezoekers via haven Zeebrugge?

Kan dat ook in West-Vlaanderen gebeuren, bijvoorbeeld via de haven van Zeebrugge? “Er zijn ongetwijfeld al exotische spinnen via de haven van Zeebrugge ingevoerd, maar we hebben daarover maar weinig gegevens”, vertelt Koen Van Keer. “Er is één geval van een springspin (Phidippus sp.) uit de Verenigde Staten in 2009 en vorig jaar nog één Bananenspin (Heteropoda venatoria) uit Zuidoost-Azië. Geen van beide zijn gevaarlijk voor de mens en ze hebben weinig overlevingskansen. Af en toe lukt het een ingevoerde spinnensoort wel om zich succesvol te vestigen in ons land, zoals in het verleden de Grote trilspin, de Getijgerde lijmspuiter, de Huisspringspin en de Grote steatoda, maar de meeste ingevoerde exemplaren overleven de leefomstandigheden hier niet.”

What’s the use?

Oké, we onthouden dus dat er veel spinnen in en rond ons huis zitten, maar dat die allen ongevaarlijk zijn, én dat de gevaarlijke soortgenoten niet tuk zijn op onze leefomstandigheden hier in West-Vlaanderen. Maar hebben spinnen ook een nut? Doen ze klusjes, helpen ze in het huishouden? “De term ‘nuttig’ is relatief”, vindt Koen Van Keer. “Élk organisme is ‘nuttig’ in een ecosysteem-context. Maar als we kijken of spinnen een positieve invloed hebben op het comfort van de mens, dan zijn spinnen zeker nuttig. Ze zorgen er mee voor dat allerlei ongewervelden geen populatie-explosies ontwikkelen en houden alles dus mee in evenwicht, ook van insecten die wij mensen als ‘schadelijk’ ervaren (zoals kevers die aan gewassen vreten, enz.) In huis zijn spinnen zelfs de énige opruimers van dergelijke insecten.”

Ook notoire koerierdiensten van ziektes als muggen en vliegen, worden door de spinnen mee in toom gehouden en zodoende mogen we eigenlijk best blij zijn dat die griezels in onze omgeving rondkruipen.

(FV)

>> Toch nog eens zin om te huiveren van die achtpotige knuffelbeestjes? Bekijk dan onderstaande film(trailer)s nog eens

Tarantula (1955)

Arochnophobia (1990)

En dan ook nog deze :

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier