Rutger (26) werkt op luchthaven Oostende: “Er is zeker nood aan extra luchtverkeersleiders”

Redactie KW

Enkele luchtverkeersleiders zijn de voorbije dagen in het oog van een storm terecht gekomen na een plotse staking – of was het nu toch een collectieve ziekte? KW.be had een babbel met Rutger Leunen uit Brugge. Hij is luchtverkeersleider op de luchthaven van Oostende en heeft dus wel degelijk gewérkt de voorbije dagen.

Eerst even de situatie schetsen: bij KW.be hebben we een nieuwe reeks in de steigers staan: ‘Hoger/Lager’, over West-Vlamingen met een bijzonder ‘hoog’, dan wel een opvallend ‘laag’ beroep. Archeologen, diepzeeduikers, ballonvaarders of beiaardiers, bijvoorbeeld. Gezien de actualiteit besloten we de rubriek iets vroeger dan gepland al op onze lezers los te laten, met als start deze, euhm, pilootaflevering met Rutger Leunen uit Brugge.

Rutger werkt al bijna 4 jaar als torenverkeersleider op de luchthaven van Oostende. De 26-jarige geboren en getogen Rotselarenaar is al van kleins af aan gepassioneerd door alles wat met luchtvaart te maken heeft, en wou aanvankelijk graag piloot worden. Die ambitie zette hij al snel uit zijn hoofd, nadat hij vernam dat luchtverkeersleider Belgocontrol dringend op zoek was naar nieuw personeel. “Dat sprak me enorm aan. In 2011 heb ik me ingeschreven voor een opleiding als torenverkeersleider en eenmaal geslaagd mocht ik in Oostende werken. Ik moest dus verhuizen, maar dat was geen probleem, want mijn vriendin is een Brugse.”

De opleiding tot luchtverkeersleider in ons land is niet van de poes: na een streng toelatingsexamen moet je ook over een goed ruimtelijk inzicht beschikken, zeer stressbestendig zijn en krijg je zware theoretische vakken voorgeschoteld. Velen halen het einde van de opleiding niet, waardoor het een knelpuntberoep blijft. Hoe vlot ben jij doorheen de opleiding gegaan?

“De opleiding is bijzonder intensief, aangezien je heel veel informatie te verwerken krijgt op korte tijd. Bovendien is de leerstof zeer specifiek en voor veel kandidaten ook totaal onbekend.”

“Aangezien luchtvaart voor mij een echte passie was, had ik al wat basiskennis van bijvoorbeeld het luchtvaartalfabet, bepaalde procedures of de indeling van het luchtruim. Op zich is de opleiding goed verlopen, maar het was wel nodig om de leerstof dagelijks te herhalen. Vooral bepaalde standaardprocedures tussen de verschillende luchtverkeerscentra waren in het begin moeilijk te onthouden.”

Zijn de gestelde eisen te hoog?

“Alle vakken zijn essentieel, maar er zijn ook onderdelen als ‘Human Performance’, wat op het eerste gezicht niet meteen belangrijk lijkt. De cursus en examens worden volledig in het Engels gegeven. Als toekomstig verkeersleider mag dat uiteraard geen probleem zijn, maar je moet er wel extra aandachtig door zijn.”

Krijgen de huidige luchtverkeersleiders door het personeelstekort te veel werk in hun bakje? En is het vanzelfsprekend dat ze overuren moeten kloppen?

“In Oostende merken we daar voorlopig weinig van. De doorstroming naar de algemene verkeersleiding verloopt wel trager dan vroeger, omdat er lang geen nieuwe toegangsexamens werden georganiseerd. Vorig jaar zijn er selecties geweest en ondertussen zijn er nieuwe kandidaten aan hun opleiding begonnen. Ook dit jaar zullen nieuwe opleidingen van start gaan. Zo zal het bestand aan luchtverkeersleiders geleidelijk toenemen, wat ook noodzakelijk is. Luchtverkeersleiders mogen volgens de wet maximaal twaalf dagen na elkaar werken, wat gezien de wisselende shifts al veel is. Een verhoging hiervan zou onverantwoord zijn.”

Hoe zou je een occasionele werkdag omschrijven?

“Aangezien de luchthaven van Oostende 24 uur actief is, hebben we in totaal acht shifts per dag. Een dagshift duurt 7 uur, de nachtshift 10,5 uur. Bij aankomst geeft de collega die afgelost wordt uitleg over speciale omstandigheden en de huidige luchtverkeerssituatie. Bij deze ‘handoff’ is het belangrijk dat je 100 procent zeker bent dat je alles op een veilige manier kunt overnemen.”

“Onze hoofdtaak is natuurlijk zorgen voor een vlot en veilig luchtverkeer, maar op een regionale luchthaven heb je ook meer rechtstreeks contact met bijvoorbeeld de luchthaveninspectiedienst en met piloten die vragen hebben over het luchtruim en de verkeersleiding in Oostende.”

Rutger (26) werkt op luchthaven Oostende:

Luchtverkeersleiders zijn als team verantwoordelijk voor de verkeerssituatie in hun deel van het luchtruim. Hoe belangrijk zijn teamwork en groepsgeest voor een verkeersleider?

“Teamwork is een enorm belangrijk aspect van onze job. Zo hebben we in Oostende veel vliegtuigen die de kustlijn volgen en over de luchthaven vliegen. Dat vereist een goed coördinatievermogen. Daarbij is het heel belangrijk dat je op elkaar ingespeeld bent en bij wijze van spreken weet wat je collega denkt.”

Van luchtverkeersleiders wordt verwacht dat ze te allen tijde alert zijn voor opduikend gevaar of problemen in het luchtruim. Hoe slaag je daar in?

“Tijdens een shift worden we op regelmatige tijdstippen afgelost door een collega. Dat is belangrijk, omdat je zelfs op kalmere momenten alert moet blijven, aangezien er op elk moment iets onverwachts kan gebeuren. Die alertheid wordt uitvoerig getest tijdens verschillende onderdelen van de toegangsexamens, en ook tijdens de praktijkopleiding.”

Heb je ooit moeten ingrijpen om een vliegtuigramp te voorkomen? Of om een fout van een collega recht te zetten?

“Gelukkig heb ik nog nooit moeten ingrijpen om een echte ramp te voorkomen, maar er is me wel een situatie met een voertuig van een bouwfirma bijgebleven. De chauffeur reed namelijk zonder toestemming op de startbaan. Er was op dat moment wel geen enkel vliegtuig te bespeuren die een landing moest maken of zich klaar maakte om op te stijgen. Maar zulke momenten herinneren je er wel altijd aan dat je op ieder moment alert moet blijven en indien nodig snel moet ingrijpen.”

“Er kunnen altijd fouten optreden, maar omdat we met meerdere personen samenwerken, worden eventuele fouten snel opgemerkt, ofwel door de luchtverkeersleider zelf of door andere collega’s. Maar zelfs piloten die iets opmerken kunnen dat via de radiofrequentie melden aan de toren.”

Oefen je je werk soms uit puur op basis van wat je buiten ziet, of wordt alles opgevolgd via de radar?

“Als torenverkeersleider worden we opgeleid om naar buiten te kijken, zodat we beter de situatie kunnen inschatten. Een goed uitzicht rondom ons is dus zeker niet overbodig. Uit voorzorg hebben we op alle posities wel een radarscherm ter beschikking.”

Wat doe je als de communicatie met de piloten niet goed verloopt, of zelfs wegvalt?

“Het gebeurt nog zelden, maar het wegvallen van radiocontact kan snel voor grote problemen zorgen. Meestal proberen we eerst na te gaan of andere vliegtuigen ons wel horen, zodat we meteen weten of er geen probleem is met onze installaties. Daarna gaan we na of het vliegtuig in kwestie ons nog kan horen maar geen communicatie kan uitzenden. Wanneer de radiocommunicatie volledig wegvalt, zijn er bepaalde standaardprocedures. In dat geval zorgen we als verkeersleiders ook voor extra marge met andere vliegtuigen, omdat we niet weten of de piloten deze procedures ook echt gaan volgen. Bovendien hebben we op de torenpositie een speciale lamp ter beschikking, waarmee we signalen kunnen doorseinen naar de piloten.”

Hoe verklaar je dat sommige vliegtuigen zoals vlucht 370 van Malaysia Airlines spoorloos van de radar kunnen verdwijnen en zo aan het oog van luchtverkeersleiders kunnen ontsnappen?

“Het systeem RADAR heeft een bepaalde reikwijdte op grote land- en zeeoppervlakken. Zo werken piloten die vliegen over de Atlantische Oceaan met positiemeldingen in plaats van met RADAR. Daarnaast wordt de positie van het vliegtuig uitgezonden door de zwarte doos in het vliegtuig. Is er een technisch probleem met dat toestel, dan zal het vliegtuig dus van de RADAR verdwijnen. Uiteraard kunnen kwaadwillige situaties ook niet uitgesloten worden.”

Rutger (26) werkt op luchthaven Oostende:

Wat zijn de verschillen tussen de simulators en het echte werk?

“De huidige simulators zijn heel waarheidsgetrouw. Zo hebben we in het opleidingscentrum een torensimulator met 360 graden zicht, waarop elke luchthaven kan nagebootst worden. Het grote verschil met het echte werk is natuurlijk dat je in de simulator fouten kan maken zonder gevolgen. Echte luchtverkeerssituaties kan je niet even op pauze zetten om na te denken wat je volgende stap zal zijn. Vliegtuigen blijven aan een hoge snelheid vliegen, waardoor er weinig tijd is om je volgende stap te plannen.”

Wat vind je het boeiendste aan de job?

“Elke dag is anders. Een normale werkdag kan door het weer of een technisch probleem op enkele seconden helemaal omslaan. Maar als je ondanks alles opnieuw alle vliegtuigen veilig hebt kunnen begeleiden, dan ga je zeker met een trots gevoel naar huis.”

Het is een job die je ook anderen zou aanraden, dus?

“Luchtverkeersleider is een prachtige job en is ook echt wat ik wilde worden. Je kan je verwachten aan een heel uitdagende job, met de nodige dosis stress. Ook de samenhorigheid tussen collega’s is een groot pluspunt. Dus: ja.”

(Robin Cocle)