Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië: “De crisis nam mijn laatste twijfels weg”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Een hele zomer lang trekt KW.be weer op ‘Reis rond de Wereld langs 80 West-Vlamingen’. Beginnen doen we bij Paul Coudenys uit Knokke. Hij woont sinds 2009 met zijn Braziliaanse vriendin Janaina in Santa Catarina, een staat in het zuiden van Brazilië. Hij is er ‘gaucho’ en organiseert trektochten te paard.

Na heel wat omzwervingen settelde je je uiteindelijk in Brazilië, onder andere vanwege de liefde voor de paarden. Moet je daarvoor in eerste plaats in Brazilië zijn en niet in pakweg Argentinië of Chili?

“De meeste mensen kennen Brazilië van voetbal, carnaval, de Amazone en Rio de Janeiro, terwijl het even groot is als de Verenigde Staten en ook de grootste veestapel ter wereld heeft. Hier lopen zo’n 200 miljoen runderen rond, en waar koeien zijn, zijn er ook cowboys en ranches. En bij cowboys horen dus ook paarden (lacht). Je vindt er hier meer dan in gelijk welk ander land in Latijns-Amerika. Afhankelijk van de regio waarin je je bevindt, zal je ook andere cowboyculturen aantreffen.”

Waar ben jij neergestreken?

“Ik koos om te wonen in Zuid-Brazilië, de streek van de ‘gaucho’s’. Hier heb ik mijn vrienden, hier voel ik me thuis, ook door de Europese invloed en het klimaat. Ik woon in de staat Santa Catarina, de staat met de meeste Belgische immigranten van Brazilië. Eind 1800 en begin 1900 immigreerden heel wat West-Vlamingen naar Santa Catarina. Ilhota is bijvoorbeeld een ‘West-Vlaams’ dorp en Florianopolis, de hoofdstad van Santa Catarina, werd ooit gesticht door Vlamingen. Het is ook daarom dat je hier nog kantklossers en Brugse kant kunt aantreffen.”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

Wat doe je er in het dagelijks leven?

“Santa Catarina is mijn thuisbasis, vandaar organiseer ik trektochten te paard. In de regio Coxilha Rica, in het binnenland van de staat, maak ik achtdaagse ruitertochten met de gauchos in een gebied dat even groot is als België, maar dan met slechts 400 inwoners. Ruimte zat dus! (lacht)”

Hoe is die liefde voor paarden ontstaan?

“Ik was 6 toen ik mijn eerste ponykamp volgde in Ingelmunster – ik woonde tot mijn 15 in Meulebeke – en als vakantiejob was ik stalknecht in een manège in Knokke. Ik volgde de opleiding tot hoefsmid in de Hoefsmederijschool in Anderlecht. Op mijn 22 maakte ik een wereldreis van drie jaar met de rugzak. Ik zocht altijd boerderijen en ranches op waar ik als ruiter, cowboy of hoefsmid kon werken.”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

Heb je getwijfeld vooraleer de stap te zetten naar het buitenland en het bijhorende ‘zelfstandig’ avontuur?

“Ik wilde altijd al verhuizen naar Latijns-Amerika en vooral Brazilië sprak me aan. De crisis in 2009 deed me beslissen om te verhuizen. Uiteraard heb ik getwijfeld, want het is een grote stap, maar die crisis trok me over de streep. Als West-Vlaamse durver heb ik toen de stap gezet.”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

Je bent met je onderneming actief in vijf landen. Hoe organiseer je zoiets praktisch?

“Ik werk al 20 jaar in de sector van het ‘internationaal ruitertoerisme’. Toen ik nog in België woonde, organiseerde ik ruitertochten over de hele wereld. Hier concentreer ik me enkel op Latijns-Amerika. Ik ben niet de man om lang thuis te zitten, dus organiseer ik naast mijn tochten in Santa Catarina en de Pantanal, in het westen van het land, ook nog ruitertochten in Colombia, Venezuela, Chili en Mexico. Het zijn landen die ik na 20 jaar door en door ken. Het vele heen en weer reizen ben ik gewoon geworden. Vliegtuigen en luchthavens zijn bijna mijn tweede thuis. In Brazilië neem je dan ook een vliegtuig zoals je in België een trein zou nemen. Dit jaar heb ik 22 tochten op mijn kalender staan, die ik allemaal zelf begeleid.”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

Hoe veilig is het om met zo’n groep op trektocht te gaan?

“Mijn tochten zijn geen wedstrijden, maar vooral tochten waar genieten voorop staat. We zoeken het gevaar niet op, wel de mooiste plaatsjes van Latijns-Amerika, en soms gaat het er wel eens heel avontuurlijk aan toe. Maar avontuur hoeft niet altijd gevaarlijk te zijn. Er zijn ongetwijfeld al meer ongevallen gebeurd tijdens fietstochtjes langs de Damse Vaart dan op mijn trektochten (lacht). Wilde dieren en de natuur zijn gevaarlijk als je niet weet hoe je ermee moet omgaan. Maar daarom ben ik mee – en mijn lokale medewerkers: om de mensen in te lichten over wat wel en niet kan in bepaalde gebieden.”

“Ook criminaliteit op trektocht is in al die jaren nog nooit een probleem geweest. Op trektocht komen we soms tien dagen aan een stuk geen kat tegen. Dieven en criminelen vind je terug in de grootsteden en daar moeten wij te paard niet zijn (knipoogt).”

Maar heel af en toe kan er wel eens wat mislopen, vermoed ik?

“Natuurlijk, al blijft het meestal beperkt tot een schrammetje of een blauwe plek. Breuken en ongevallen kan ik op de vingers van één hand tellen. En gebeurt er al eens iets, dan heb ik al voldoende ervaring opgedaan om dat snel te kunnen oplossen. Problemen kunnen zich in allerlei vormen presenteren, van iemand die zijn internationaal paspoort verloren is tot pech met een volgwagen of een ongeluk, al dan niet te paard. Zo was ik recent op pad met een groep ruiters in Venezuela. Een van de deelnemers, een Mexicaan, wilde een foto nemen van een andere ruiter die een hangbruggetje overstak. De Mexicaan stapte van zijn paard en trapte daarna per ongeluk in een spleet in de rotsen, viel 4 meter naar beneden en bleef hangen tussen de rotswand en wat bamboe. Ik had een half uur nodig om hem te bevrijden en heb daarna zijn schouder, die uit de kom was, terug op zijn plaats moeten trekken. Een heel pijnlijke situatie, te midden van de jungle. Maar nog eens, dit zijn dingen die echt heel weinig voorkomen.”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

Maakt het je ook een rijker mens, door telkens met wisselende reisgezellen op pad te kunnen en iedere keer nieuwe (vriendschaps)banden te smeden? Want je bent toch wel eventjes samen onderweg.

“Dat is het mooste van mijn job. Ik heb een pak mensen die me op mijn tochten volgen, ik leer telkens nieuwe mensen kennen en maak vrienden van over de hele wereld. Vele klanten worden dan ook echt vrienden en volgen me op verschillende tochten. Ik heb mensen die al 20 jaar met me meegaan op trektocht.”

Ook Belgen?

“Mijn klantenbestand is erg internationaal. Soms zitten er tot 6 verschillende nationaliteiten in één groep. Regelmatig zijn daar ook Vlamingen, of zelfs West-Vlamingen bij. Dan is het voor mij echt genieten om wat in het dialect te kunnen praten.”

Je levenswandel klinkt super, maar zijn er momenten van heimwee of zaken die je mist uit ons land?

“Heimwee heb ik niet: de toffe Belgen komen altijd naar hier op vakantie en die andere mis ik niet (lacht). Hoewel de Braziliaanse keuken met het beste vlees ter wereld, lekkere vis en zeevruchten en zalig veel fruit niet te versmaden is, mis ik soms wel de finesse van de Belgische keuken. Ik bak hier mijn eigen brood, maak mijn eigen paté… En tja, eens kunnen binnenstappen in een Belgisch frietkot: daar zou ik wel een moord voor begaan!”

Paul Coudenys (Knokke) in Brazilië:

“Of ik mezelf hier oud zie worden? Ik denk het wel, want ik voel me hier volledig thuis. Ik drink enkel nog ijskoud bier in kleine glaasjes, ik eet pasta, rijst en aardappelen uit één bord, ik maak me een pak minder zorgen dan de gemiddelde Belg, hecht minder belang aan luxe en kledij én praat veel makkelijker met iedereen op straat dan in België. Het leven is hier een pak losser en minder gestresseerd, met veel minder regeltjes. Mensen wijzen hier niet met de vinger. Brazilianen zijn ook heel behulpzaam, sociaal en open. Iedereen is eerste, tweede of derde generatie immigrant, een nieuwe aankomer helpen hoort dus bij hun cultuur.”

Meer info over de trektochten van Paul Coudenys vind je op de website Gaucho Do Brasil.

(Frederik Jaques)