Johan en Marielou in Guadeloupe: “Hier krijg je soms stress omdat het zo traag gaat”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Johan Speybrouck uit Zonnebeke en Marielou de Soete uit Oostkamp genieten tegenwoordig met volle teugen van het leven in Guadeloupe, op de Caraïben. Ze wonen vlakbij de oceaan en runnen er ‘een variant op een b&b’…

Vorige zomer hadden we al Bastiaan Janssen in onze eerste reeks van ‘Reis Rond De Wereld’. Hij woont op het al even paradijselijke eiland Saba. Deze keer zoeken we zijn moeder en haar partner op. Die wonen op Guadeloupe.

Vertel eens, wat deed jullie op Guadeloupe belanden?

“We hebben samen een nieuw leven opgebouwd na onze respectievelijke scheidingen, ergens eind de eeuwwisseling. We hebben eerst samen vijf jaar een frituur uitgebaat in Ettelgem bij Oudenburg, en zijn toen samen in 2004 met een vriendin van Marilou naar het Franse Saint-Paul de Vence getrokken, om er een speciale B&B op te starten.”

Speciaal? In welk opzicht?

“Bij B&B Orion zijn de huisjes eigenlijk boomhutten, met alles erop en eraan. Dat gaat van een living over een slaapkamer tot een badkamer. In die periode waren we één van de eersten op de markt. Onder een boomhut versta je hier dus een chalet in de kruin van een stevige eik, zo’n 5 meter boven de grond.”

“Johan had al eerder plannen gehad om zich in het zuiden van Frankrijk te vestigen en toen was de kogel door de kerk. We zijn daar in de buurt van Grasse blijven hangen tot september 2012. We hielden ons voornamelijk bezig met het beheer en het runnen van domeinen in het bezit van nogal gefortuneerde eigenaars aan de Cote d’Azur. Onze meertaligheid en West-Vlaamse know-how kwamen daarbij goed van pas.”

“Maar intussen wonen we dus Le Gosier, op Guadeloupe. We verblijven in een residentiële hotelsuite, met onze neus vlak aan de oceaan. ‘Les pieds dans l’ eau’, bij wijze van spreken. Onze werkgever, de Nederlandse overheid, betaalt huur en kosten, een dienstauto is ook voorzien.”

Wat doen jullie er voor de kost?

“Je zou kunnen zeggen dat we ook hier een B&B uitbaten, alleen zijn onze klanten nu patiënten die afkomstig zijn van de Nederlandse eilanden in de Caraïben. Ze kunnen zich hier in het universitair ziekenhuis van Point-à-Pitre laten onderzoeken en behandelen als de faciliteiten op de kleinere eilanden ontoereikend blijken. We staan in voor de opvang en begeleiding van deze patiënten en handelen voor hen de papiermolen af. We regelen ook de afspraken bij de respectievelijke artsen. Zij spreken namelijk alleen Engels en Nederlands, terwijl Frans hier de voertaal is. Hier komt onze meertaligheid dus opnieuw goed van pas.”

Leven als God in Frankrijk klinkt niet slecht, maar Guadeloupe moet daar waarschijnlijk niet voor onderdoen?

“Zeker niet. We hebben hier het hele jaar door mooi en warm weer, terwijl het in het zuiden van Frankrijk zeker in de winter wel degelijk koud kon zijn. En zelfs in de ‘warme’ zomermaanden is het nog altijd leuk. Doordat we aan zee wonen, waait hier altijd een verfrissend briesje. Minpunten zijn er weinig: we hebben ons alleen moeten aanpassen aan het veel tragere levensritme, niet evident voor noeste West-Vlamingen. Hier krijg je soms stress omdat alles zo traag gaat, in België omdat alles zo snel moet.”

Guadeloupe is eigenlijk Frans overzees gebied. Is die Franse invloed nog altijd duidelijk merkbaar?

“Alles is hier zoals in Frankrijk: de Euro, de warenhuizen, de administratie, enzovoort. Natuurlijk blijft de levensstijl Guadaloupees. De mensen hier lachen veel en er zijn wel toestanden waarbij wij soms de wenkbrauwen fronsen, maar alles went. Je hebt hier nog die Franse ‘laisser aller’ en hygiëne van zo’n 20 jaar geleden: een restaurant heeft bijvoorbeeld maar 1 toilet voor beide geslachten en het ziet er soms niet uit.”

Johan en Marielou in Guadeloupe:

“Er ligt ook nogal wat zwerfvuil, hoewel dagelijks alles keurig gepoetst wordt. Het is alleen zo dat men zijn vuil gewoon uit het autoraam kiepert of na een picknick soms alles achtergelaten wordt. Met in het achterhoofd de redenering dat de gemeente de volgende dag toch alles zal komen opruimen… De locals zijn niet zo happig op Fransen, er zijn in het verleden al meermaals ‘opstanden’ en stakingen geweest. Toch zijn ze financieel afhankelijk van de Franse staat, anders redden ze het niet. Dat zorgt bijgevolg voor een soort haat-liefdeverhouding.”

Keren jullie af en toe nog terug naar België? Nooit last van ‘eilandkoorts’, dat de verveling toeslaat, en je terug naar het drukke thuisland wilt?

“Jaarlijks keren we twee of drie keer naar onze heimat terug. Het is altijd weer aanpassen, vooral aan het weer. In de winter duurt het een week voor we geacclimatiseerd zijn! De drukte ben je heel snel weer gewoon. Omgekeerd krijgen wij bitter weinig bezoek van het thuisfront over de vloer, want ‘amai, wat wonen wij ver zeg’. Toch wel negen uur vliegen! (knipoog)”

“Met die eilandkoorts valt het wel mee. Guadeloupe is een van de grotere eilanden en je hebt ook nooit het gevoel op een eiland te leven. Rustig is het in onze job niet echt, ziekenzorg en alles wat erbij hoort is een drukke business.”

Is dit een ‘voor eeuwig en altijd’-verhaal voor jullie?

“Normaal is het hier afgelopen als we met pensioen gaan, maar dat is nog niet aan de orde. Weet dat vele Fransen hier hun oude dag doorbrengen, vooral in de winter en dat wij in feite daar nu al kunnen van genieten. Of we ooit nog naar België terugkeren weten we niet. We zijn zo gewoon geraakt aan de warmte, dat het sowieso moeilijk zou zijn.”

Heeft het verhuizen jullie veranderd?

“Nee. Sinds we samen zijn, hebben we ongeveer 15 keer van woonst veranderd. Veel invloed heeft dat niet gehad. ‘Veruzen zyn ruzen’, luidt een spreekwoord, maar dat is op ons niet van toepassing geweest.”

Johan en Marielou in Guadeloupe:

Mis je iets uit ons land?

“Veel missen we niet, maar om toch een paar zaken te noemen: de frituur, kroketten, verse Belgische kersen en aardbeien, préparé (filet américain), pistolets, een gezellig bruin cafeetje. Belgische speciaalbieren zijn hier wel twee keer per jaar voorradig in de Carrefour.”

Hoe is de verstandhouding tussen de lokale bevolking en de Westerlingen die er komen wonen?

“Wij als Belg hebben geen probleem; ik laat in mijn taalgebruik ook duidelijk merken dat ik geen Fransman ben – ‘vous avez un accent étrange, monsieur’. Dat helpt soms. Er is een lichte vorm van racisme merkbaar, langs beide kanten, maar zeker niet ernstig. Wij hebben zowel zwarte als blanke vrienden. Het is zoals overal: het hangt van je ingesteldheid af en hoe je ermee omgaat.”

Ontmoeten jullie er wel eens andere Belgen of zelfs West-Vlamingen?

“Er is een Belgische gemeenschap van zo’n 1.500 man, vooral Walen en Brusselaars natuurlijk. Wij hebben één dame uit Gent ontmoet, de andere Vlamingen moeten we nog vinden áls die er al zijn. Er is ook een Nederlandse gemeenschap van amper 40 personen. Dat zijn hier enige mensenn waarmee we dan Nederlands kunnen praten. De oudere patiënten van de eilanden spreken ook nog Nederlands, met een accentje wel te verstaan.”

(Frederik Jaques)