INSPECTEUR JPT (20): Izegemse psycholoog wil gezin op zachte manier uitmoorden

Redactie KW

In de kerstperiode van 1992 wou de Izegemse psycholoog Kurt C. zijn gezin uitmoorden. Op een zachte manier. Met chloroform zou hij zijn vrouw en drie kinderen verdoven en hen vervolgens een schot in het achterhoofd toedienen. Dan zou hij de hand aan zichzelf slaan.

Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.

De Izegemnaar heeft zich voor dubbele moordpoging op zijn vrouw en zijn dochtertje, ontvoering van zijn drie kinderen en doodsbedreigingen voor het West-Vlaamse assisenhof moeten verantwoorden. “Ik wou mijn gezin meenemen in de dood,” gaf hij op zijn proces toe. In april 1995 werd de toen 34-jarige Kurt C. door de volksjury schuldig bevonden. Hij werd veroordeeld tot vijftien jaar dwangarbeid. De Izegemnaar zat vijf jaar achter de tralies en kwam in december 2000 vrij onder voorwaarden. Zo mocht hij zich niet vertonen in Zuid-West-Vlaanderen. Hij verhuisde naar de kuststreek.

Kurt C. overleed plots in zijn slaap op 9 april vorig jaar in Poperinge. De uitvaartdienst vond plaats in Izegem. Zijn ex-vrouw (nu 53 jaar) hertrouwde in 1996, de kinderen (nu 27, 26 en 23) hebben het trauma redelijk verwerkt.

Zelfstandig bedrijfspsycholoog

Kurt C. kon niet verkroppen dat zijn echtgenote C.W. (toen 31) hem had verlaten en hun drie kinderen meenam. Ze waren in 1985 getrouwd. Vijf jaar later brokkelde hun huwelijk af. Er waren financiële problemen. Kurt C. vernederde zijn vrouw. Haar man, intussen zelfstandig bedrijfspsycholoog, werd een vreemde voor haar.

Op zaterdag 12 december 1992 meldde de vrouw de rijkswacht van Izegem dat haar man hun drie kinderen had gekidnapt. Sinds een drietal maanden leefde ze al gescheiden van Kurt C.. De rechtbank van Kortrijk had de moeder, die opnieuw bij haar ouders in Izegem was ingetrokken, in kortegeding het hoedrecht over de kinderen van – toen – 5, 4 en 22 maanden gegeven.

Vampier, Judas, onmens

Toen Kurt C. voor de tweede keer gebruik maakte van zijn bezoekrecht bracht hij de kinderen niet meer terug.

Verontrust door het wegblijven van de kinderen trok hun mama samen met haar schoonzus naar de woning van haar man in Izegem. Daar deden beide vrouwen een lugubere ontdekking. De muren van de woonkamer waren beklad met allerlei vreemde leuzen en bizarre tekeningen van monsters. In de teksten werd C.W. vergeleken met een vampier, Judas, onmens en kindermoordenares. Bovendien werden brieven aangetroffen waarin Kurt C. liet verstaan dat hij zelfmoord zou plegen en de kinderen kwaad zou berokkenen. Van de man en kinderen ontbrak elk spoor.

Internationaal opsporingsbericht

Ondanks een internationaal opsporingsbericht en speurtochten in pretparken, reisbureaus en luchthavens kon men de vermisten niet vinden. Het enige teken van leven was een akelige afscheidsbrief die Kurt C. naar zijn ouders stuurde. Daarin vroeg hij dat men hem en zijn kroost zou cremeren. De zoektocht ontaardde in loze meldingen en zelfs in paniek. Op 20 december 1992 dacht men ten onrechte het voertuig van Kurt C. uit de Leie te hebben opgevist in de buurt van het sas van Kortrijk. Tevergeefs werd het scheepvaartverkeer stilgelegd en zochten de duikers naar de lijkjes van de kinderen. Twee dagen later schreef de dader het kinderbijslagfonds dat de kinderen vermoord waren en dat zijn vrouw bijgevolg geen recht meer had op kinderbijslagen.

Klooster van Mont Saint Odile

Op oudejaarsavond 1992 gaf Kurt C. een teken van leven. Geëmotioneerd vertelde hij zijn echtgenote aan de telefoon dat de gifbeker klaarstond. Een dagje later belde hij zijn schoonbroer op met de vraag om contact op te nemen met zijn advocaat. Hij eiste dat C.W. eenzijdig de echtscheidingsprocedure stopzette en haar klachten tegen hem zou intrekken. Ze stemde erin toe op voorwaarde dat ze eerst de kinderen te horen zou krijgen. De overeenkomst werd de daaropvolgende dag opgesteld en op 3 januari 1993 mocht zijn schoonbroer de moeder en de kinderen oppikken aan het klooster van Mont Saint Odile in Frankrijk.

Kurt C., die zich gewillig naar ons land liet terugvoeren, werd onder aanhoudingsmandaat geplaatst. Aan de rijkswacht verklaarde hij dat zijn gedrag te wijten was aan zijn echtelijke problemen. Hij had voordien tevergeefs geprobeerd om het gezin te herenigen. Naar eigen zeggen wou hij met de ontvoering zijn vrouw uit haar emotionele evenwicht brengen en dwingen om met hem te praten. Kurt C. ontkende ten stelligste dat hij zijn drie kinderen echt kwaad wou berokkenen. Op 22 januari 1993 werd hij in vrijheid gesteld.

Verjaardagscadeau voor kleine Nathalie

Nadien bleef Kurt C. zijn echtgenote en schoonouders met brieven en telefoontjes bestoken. Aan een voormalig collega bekende hij trouwens dat hij zijn vrouw zou vermoorden. Op 15 februari kocht hij een revolver bij een wapenhandelaar uit Zottegem. Twee dagen later bood Kurt C. zich aan de (ouderlijke) woning van zijn vrouw aan met een cadeautje voor de tweede verjaardag van hun dochtertje. De moeder nam het pakje in ontvangst, maar verbood haar man om binnen te komen. Hij duwde evenwel de deur open en achtervolgde zijn wegvluchtende vrouw, die het jarige meisje op de arm had.

Kogel door het hoofd

Kurt C. haalde zijn vrouw in, hield haar met de rechterarm in de wurggreep en hield met zijn linkerhand een met chlorofrom besprenkeld kinderbloesje tegen haar mond. Toen hij zijn greep eventjes loste om zijn revolver te voorschijn te halen, kon zijn echtgenote zich losrukken. Daarop richtte Kurt C. het wapen op het voorhoofd van zijn dochtertje. Inmiddels was zijn schoonmoeder gearriveerd. Er ontstond een schermutseling waarbij Kurt C. vanop korte afstand een drietal schoten afvuurde. Als bij wonder raakte niemand gewond. C.W. vluchtte opnieuw, maar weer kreeg Kurt C. haar te pakken. Hij probeerde haar door het hoofd te schieten, maar weer miste hij. Een kogel schampte af op haar haarspeld van C.W., een tweede kogel verschroeide enkel het haar van het dochtertje.

In de woning van zijn schoonouders jaagde hij vervolgens zichzelf een kogel door het hoofd. In het Roeselaarse Heilig-Hartziekenhuis, nu AZ Delta herstelde hij uiteindelijk _ tegen alle verwachting in _ van de opgelopen verwondingen.

Tijd voor passionele afrekening

Op het assisenproces omschreef openbaar aanklager Marc Florens Kurt C. als “een zeer agressieve man, die buiten de werkelijkheid leefde”. “Hij schilderde zijn echtgenote af als een ‘rioolrat’ die inderhaast drie jongen heeft gespuwd.” Mr. Filip Vanhende stelde zich burgerlijke partij namens de familie van C.W. “De beschuldigde kocht een wapen en achtte de tijd rijp voor de passionele afrekening. Hij wou zijn vrouw laten voelen wat het betekende van hem weg te lopen en wou daarvoor tot het uiterste gaan.”

Mr. Peter Defreyne, advocaat van Kurt C. ten slotte: “Kurt C. is misschien een keikop, maar geen misdadiger. Hij werd geplaagd door twee extreme gevoelens: enerzijds een enorme liefde voor zijn vrouw, anderzijds de grote ontgoocheling in haar. Met de ontvoering van zijn kinderen wou hij vreemd genoeg zijn vrouw opnieuw voor zich winnen. Toen dit niet lukte sloegen alle stoppen door en wou hij aan alles een einde maken.”