INSPECTEUR JPT (20): ‘De dikken’ en ‘de dunnen’, twee homo’s uit Waregem en Kortrijk plegen drie roofmoorden

Redactie KW

Paul Eggermont uit Waregem en zijn homovriend Rik Debrabandere uit Kortrijk pleegden tussen februari en juni 1996 drie moorden in evenveel verschillende landen. Hun moordwapen: een plastic zak.

Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.

Het West-Vlaamse assisenhof veroordeelde trucker Paul Eggermont (toen 46) en mannelijke prostituee Rik Debrabandere (42) in december 2001 tot levenslang voor de roofmoorden, die ze vijf jaar eerder in vier maanden tijd pleegden in Blankenberge, het Spaanse Cambrils en het Nederlandse Baan. De ‘dikken’ ‘(Debrabandere) en de ‘dunnen’ (Eggermont) trokken telkens een plastic zak over het hoofd van hun slachtoffers, die vervolgens door verstikking het leven lieten. De buit van de drie roofmoorden bestond uit twee auto’s, elektrotoestellen, huisraad en een wat geld.

Monsters zonder waarde

Tijdens het assisenproces staken de twee seriemoordenaars de schuld op elkaar. Rik Debrabandere, die als een gevaarlijke psychopaat werd bestempeld, dreigde ermee zijn vroegere spitsbroeder ‘wel te vinden”. Toch stelde het gerecht hen op gelijke voet: “monsters zonder waarde”. Openbaar aanklager Jean-Luc Cottyn: “Debrabandere en Eggermont vormen een harmonieus paar. De dikken en de dunnen, het lammetje en de wolf. Ze waren samen gelukkig en vormden een psychische eenheid. Paul Eggermont is niet de brave en beïnvloedbare sul. Hij is een parasiet en een profiteur, die alles van zijn partner Rik Debrabandere kreeg: auto’s, seks, geld en bier.”

Mr. Walter Van Steenbrugge, advocaat van Paul Eggermont: “Mijn cliënt is bang van Debrabandere. Hij had Eggermont volledig in zijn macht en sleurde hem mee in de misdaad. Eggermont was verblind door de glitter van het prostitutiemilieu.” “Het dossier werd volledig door Paul Eggermont gemanipuleerd. Er is geen enkel tastbaar bewijs lastens onze cliënt. Bijgevolg is de waarheid tot op heden niet aan het licht gekomen”, stelden mrs. Kati Deschoenmaker en Marleen De Soete, de advocates van Rik Debrabandere.

Rik Debrabandere en Paul Eggermont zitten nog steeds achter de tralies.

Getrouwd in Leuven-Centraal

Rik Debrabandere kwam tien jaar na zijn veroordeling weer in beeld. Hij wilde voortaan cel en bed delen met de vijftien jaar jongere medegevangene Mike Vandamme, die een straf uitzit voor verkrachting en met wie hij op 51-jarige leeftijd in 2010 trouwde in de gevangenis van Leuven-Centraal. Debrabandere, die een notoir travestiet is, stapte in het huwelijksbootje als zijn vrouwelijke alter ego Erika. Hij droeg een blonde pruik en hoge hakken. Beiden wonen in aanpalende cellen en mogen tot acht uur ‘s avonds bij elkaar in de cel. De gevangenisdirectie stond het verzoek niet toe. Op ongestoord bezoek van telkens twee uur heeft het ‘echtpaar’ zoals de meeste gedetineerden een of vier per maand wel recht.

Akelige vondst in caravan

Op 20 februari 1996 kwam Alfred Borgez, eigenaar van een stacaravan op de camping Bonanza in de Polderlaan in Blankenberge, in het gezelschap van zijn 16-jarige dochter Elfi naar de kust om zijn caravan op te ruimen. Hij had de caravan voor drie weken verhuurd aan het homokoppel Rik Debrabandere en Paul Eggermont. Tot twee keer toe had Alfreds echtgenote de huurders tevergeefs aangemaand de vervuilde caravan schoon te maken. Terwijl Alfred Borgez om boodschappen was, deed zijn dochter een lugubere ontdekking. In de slaapkamer van de caravan lag onder een wanordelijke stapel van tuinstoelen een levenloos lichaam, gewikkeld in een deken en vastgebonden met elektrische snoeren… Het hoofd van het slachtoffer stak in een plastic zak, rond de keel waren een snoer en een handdoek gebonden.

Verdachten gaven speurders een hint

Het slachtoffer bleek een zekere Leopold Wouters uit Heist-op-den-Berg te zijn. De man was door verstikking om het leven gekomen : het lijk vertoonde diverse letsels, wat erop wijst dat het slachtoffer zich hevig verweerd moet hebben toen de daders hem knevelden. De twee huurders van de caravan waren meteen de hoofdverdachten : op de camping waren zij enkele dagen voordien gezien in het gezelschap van de vermoorde man.

Leopold Wouters had kort voor zijn verdwijning aan zijn ex-echtgenote verteld dat een zekere Eric hem gevraagd had om naar een camping in Blankenberge te gaan om er geld op te halen. Leopold Wouters had immers van die grote, blonde dikke man nog 100.000 fr. te goed. Kort na de ontdekking van het lijk belden de spoorloze Rik Debrabandere en Paul Eggermont zogezegd vanuit Italië herhaalde keren naar hun familieleden en naar de Blankenbergse campinguitbater, met de vraag of er ‘nieuws’ was. Zij schreven in maart 1996 een brief naar de gerechtelijke politie met de mededeling dat zij niks met de moord te maken hadden, aangezien zij al op 3 februari naar Spanje vertrokken waren. De verdachten gaven de speurders een hint : Leopold Wouters had hen gevraagd of hij de caravan kon gebruiken om er Poolse relaties in te laten overnachten…

Op heterdaad betrapt tijdens autodiefstal

Op 13 juli 1996 kende het gerechtelijk onderzoek een doorbraak met de arrestatie van Paul Eggermont op de parking ‘t Galgenveld in het Nederlandse Teteringen (bij Breda). Hij werd er door de Nederlandse politie op heterdaad betrapt toen hij een auto probeerde te stelen. Rik Debrabandere, die op de parking in een ander voertuig zat, kon ontsnappen. Hij werd uiteindelijk op 11 september in Amsterdam aangehouden.

Na zijn uitlevering aan de Belgische autoriteiten bekende Paul Eggermont tot verbazing van de speurders twee andere moorden. In het Spaanse Cambrils had hij met Rik Debrabandere op 27 april 1996 de 45-jarige Maria Agudo Sanchez vermoord. De vrouw moest uit de weg worden geruimd zodat de twee mannen ongehinderd haar appartement konden gebruiken. Haar langs de rijksweg begraven lichaam was pas drie weken later toevallig ontdekt door een Nederlandse toerist : uit een hoop zand stak een voet van het Spaanse slachtoffer. De moordenaars hadden de vrouw net als Leopold Wouters aan hoofd en voeten gebonden, met het hoofd in een plastic zak én het lichaam in een slaapzak gewikkeld. Ook zij was door verstikking om het leven gekomen.

Van Spanje naar Nederland

Na de feiten waren Eggermont en Debrabandere uit Spanje naar Nederland gevlucht met het voertuig van Maria Agudo Sanchez. Daar vermoordden zij op 30 juni 1996 de 74-jarige financieel welgestelde homoseksueel Wouter Broerze in Baarn. Hij werd in zijn woning aangetroffen met – alweer – een plastic zak over het hoofd en een vloerkleed over het lichaam. Aanvankelijk werd laatstgenoemd dossier door de Nederlandse speurders als een erotische zelfmoord geklasseerd. Maar na de bekentenissen van Paul Eggermont werd de zaak heropend. De zus van Wouter Broerze ontdekte dat het gouden horloge van haar broer, een gouden ketting, twee ringen en een geldsom van 200 gulden verdwenen waren. Ook de twee andere feiten bleken roofmoorden te zijn.

Textiel- en sigarettensmokkel

De twee daders bekenden de moord op Leopold Wouters pas na diverse verhoren. Paul Eggermont en Rik Debrabandere hadden Leopold Wouters eind 1994 in een bar in Benidorm leren kennen. Hun toekomstig slachtoffer organiseerde (illegale) transporten in textiel en sigaretten – feiten waarvoor hij door de Belgische justitie gezocht werd. Tijdens hun vele contacten was het Debrabandere opgevallen dat Leopold Wouters altijd veel geld op zak had. Bij de twee daders rijpte dan het idee om de man naar camping Bonanza in Blankenberge te lokken en hem zijn geld en auto afhandig te maken.

Paul Eggermont sloeg Wouters in de caravan met een balkje op het hoofd, waarna hij aan handen en voeten vastgebonden werd. Ze plaatsten hem in de koffer van zijn voertuig en reden naar Kalmthout, met de bedoeling om hem aan een boom vast te binden. Omdat er te veel wandelaars passeerden, reden ze terug naar Blankenberge. Terug in de caravan staken zij een prop in de mond van het slachtoffer, trokken een kussensloop en een plastic zak over zijn hoofd. De daders lieten Leopold Wouters letterlijk stikken en vluchtten met zijn wagen naar Spanje.

Rik Debrabandere beweerde later dat elk initiatief voor moord uitging van Paul Eggermont en dat hij tevergeefs aan zijn spitsbroeder gevraagd had om elk slachtoffer te bevrijden…