“We behoren tot één grote folkfamilie”

Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Bogus, de groep rond de broers Florian en Ambroos De Schepper uit Nieuwpoort, speelde om 15 uur al in een eivolle Klakeye. Daarmee stonden ze voor het vierde jaar op rij op Festival Dranouter.

Bogus bestaat uit Ambroos De Schepper op sax, Florian De Schepper op gitaar, Jonas Scheys op bas en Ludo Stichelmeyer op drums. Ambroos en Florian zijn de zonen van Wilfried De Schepper, bekend van onder meer Ashels, en zijn dus opgegroeid in de folkscene.

Florian: “We leerden al op heel jonge leeftijd muziek spelen onder invloed van onze vader. We leerden niet alleen onze nummers van de muziekschool, maar speelden ook al snel nummers na.”

Ambroos: “Ook de kinderen van de andere groepsleden van Ashels rolden in de muziek. We zijn een grote groep vrienden, één grote folkfamilie.”

Florian: “Met die andere gasten speelde ik onder andere ook al Aedo en Fluxus. We waren dus sterk beïnvloed door folk, maar naarmate we ouder werden ontdekten we ook andere genres: wereldmuziek uit het Midden-Oosten en Afrika, jazz…”

Jullie muziek is niet zomaar in een vakje te steken. Hoe zouden jullie het zelf omschrijven?

Florian: “We vinden het zelf ook moeilijk. Er zijn misschien bepaalde woorden die bij bepaalde nummers passen, maar één specifiek genre kun je niet noemen.”

Ambroos: (doet een poging, red.) “Een fusion van stijlen met de lyrische aspecten van folk en het improvisatorische van jazz en invloeden van de wereldmuziek. Maar het komt allemaal organisch tot stand. Als we een nummer maken doen we dat met de hele groep. Dan staat er niks op papier.”

In 2014 verscheen jullie eerste cd Cap d’Or. Ik zag op jullie Facebookpagina een grappig filmpje over de inspiratie voor die naam.

Florian: “Dat is inderdaad een grappig verhaal. We hadden dat nummer opgenomen in de studio en net op dat moment was het haar van Ambroos nogal lang. Dus wilde ik het wat trimmen met de tondeuze van onze drummer. Alleen had de tondeuze niet zo’n kapje waarmee je op lengte kon scheren. Dus probeerde ik het maar met een kam. De eerste keer lukte dat redelijk goed, maar de volgende dag wilden we het nog wat finetunen maar schoot ik uit, met als gevolg een kap in z’n oar. Dat klonk nog mooi in het Frans: Cap d’Or.” (lacht, red.)

Ambroos: “Ook grappig is dat de hoes gebaseerd is daarop. We zijn daarvoor zelfs naar Cap Griz-Nez geweest.” (lacht, red.)

Jullie speelden de afgelopen vier jaar al op Dranouter en jullie zijn ook fervente bezoekers. Behoren jullie tot de groep bezoekers die voor de optredens komt of voor de groep die hier vooral is om leute te maken en te feesten in de biertent?

Ambroos: “Een beetje van beiden. We bekijken heel veel optredens, maar dan vooral op de kleinere podia. Daar kun je wel eens een leuke ontdekking doen. Maar het blijft zomer en het blijft een festival en we zijn nog jong, 21 en 23, dus je vindt ons vanavond zeker ook wel in de biertent.” (grijnst, red.)

(TOGH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier