Koerszusjes Coudeville: “Ik mocht pas koersen toen Herlinde een nieuwe fiets kreeg”

Eline en Herlinde (rechts) Coudeville. (Foto BC)

Bij de familie Coudeville is het al koers wat de klok slaat. Of toch ten minste bij de drie oudste kinderen – Herlinde, Eline en Laurens – want jongste zus Josephine zoekt haar weg in de atletiekwereld. “Ik wou al veel langer koersen, maar ik moest wachten tot Herlinde een nieuwe fiets kreeg. En toen ze die uiteindelijk kreeg… ging haar oude fiets naar Laurens”, zegt Eline, die in 2016 dan toch een koersfiets kreeg en sinds dit jaar ook bij Hoop Op Zegen rijdt.

Herlinde (23) en Eline (21) zijn de twee oudste dochters van Luc Coudeville en Hilde Vandekerckhove uit de Bevrijdingsweg in Bekegem. Voorts bestaat het gezin nog uit broer Laurens (20) en zus Josephine (15).

Herlinde zit op kot in Gent, volgt het laatste jaar kinesitherapie aan Universiteit Gent en is van plan om er volgend jaar nog een postgraduaat manuele therapie bij te doen. Ondertussen zal ze ook haar eerste stappen in het werkveld zetten.

“Ik heb niet de minste schrik om in het peloton te rijden. En ik ben ook niet bang om te vallen”

Eline volgt het eerste jaar van de lerarenopleiding aan Vives in Torhout. “Ik heb gekozen voor lichamelijke opvoeding en wiskunde. Twee vakken die me erg liggen”, vertelt Eline. “Ik heb net als Herlinde ook kinesitherapie gestudeerd aan de unief, maar na twee schooljaren heb ik er de brui aan gegeven. Ik moest superveel studeren, maar ik ben eigenlijk meer een doener. En ik sport ook heel graag. In de lerarenopleiding kan ik mijn ei dus wél kwijt.”

Jullie koersen allebei bij het Oost-Vlaamse wielerteam Hoop Op Zegen, toeval of niet?

Herlinde: “Ik reed al bij Hoop Op Zegen en heb een goed woordje gedaan voor Eline. Sinds dit jaar rijdt ze voor ons team.”

Eline: “Het is mijn eerste jaar als wielrenster, althans officieel. Ik wou al veel langer beginnen te koersen, maar van mijn ouders moest ik wachten tot Herlinde toe was aan een nieuwe fiets. Toen ze eindelijk een nieuwe fiets kreeg, wou Laurens ook beginnen te koersen. Uiteindelijk ging Herlindes oude fiets dan naar hem. Twee jaar geleden was het wel mijn beurt. Ik heb dus heel lang op mijn honger gezeten. Al zat ik nu ook weer niet letterlijk te wachten: ik speel al heel lang en graag tennis.”

Herlinde, jij koerst al bijna tien jaar. Waarom wil een meisje van 14 jaar in het wielrennen stappen?

Herlinde: “De reden was eigenlijk vrij simpel. Mijn vriendin Jolly Mahieu, die ik ken van in het Sigo in Gistel, koerste en ik wou dat ook wel eens proberen. Zo ben ik erin gerold. In die tien jaar tijd heb ik het wielrennen voor meisjes en dames enorm zien veranderen. Het is veel professioneler geworden. Vroeger ging een prof als Jolien D’hoore onze wedstrijden bij de dames elite gereden hebben, nu is dat het geval niet meer. Het vrouwenwielrennen evolueert richting dat van de mannen.”

Vallen de trainingen en wedstrijden goed te combineren met jullie studies?

Eline: “Van mij wel.”

Herlinde: “De eerste jaren aan de unief heb ik het wielrennen op een lager pitje moeten zetten. Het was zwaar om die twee te combineren en alles te plannen, ook al omdat ik moest zoeken hoeveel ik precies moest studeren. In mijn eerste jaar aan de unief heb ik zelfs maar een stuk of vijf wedstrijden gereden. Maar ondertussen heb ik al enkele jaren een evenwicht gevonden en train ik gemiddeld 13 uur per week. Ik neem een rustdag. Omdat ik op kot zit, train ik dus veel in de streek van het Gentse.”

Fiets je even graag daar als hier in de streek?

Herlinde: “Dat maakt voor mij eigenlijk weinig tot geen verschil uit. Het is natuurlijk wel praktischer als ik thuis kan trainen. Hier kan ik mijn fiets buiten afspuiten, in Gent moet ik mijn fiets afspoelen in de douche van mijn kot.” (lacht)

“Thuis kan ik mijn fiets buiten afspuiten, op kot moet ik mijn fiets afspoelen onder de douche”

Koerszusjes Coudeville:

Eline: “Als Herlinde thuis is, trainen we dikwijls samen. Al train ik ook heel graag met mijn broer. Hij is meer een speelvogel: eens dicht in het wiel rijden, een duwtje geven met zijn schouder. Daarvoor moet je niet bij Herlinde zijn. Met zijn drieën samen gaan trainen, bijvoorbeeld in de Vlaamse Ardennen, vind ik echt tof.”

Hoe bevalt het nieuwe koersseizoen tot nu toe?

Eline: “Ik heb nu vijf wedstrijden achter de rug en het is redelijk goed gegaan. In tegenstelling tot wat van een beginneling misschien verwacht wordt, heb ik niet de minste schrik om in het peloton te rijden. Ik ben ook nog nooit gevallen met mijn fiets, dus heb ik ook geen schrik om te vallen.”

Herlinde: “Ik had eerlijk gezegd wat meer verwacht van mezelf.”

Wat zijn de ambities?

Herlinde: “Vorig jaar finishte ik als zesde – mijn beste plaats ooit – in Sinaai en zo werd ik tweede op het Belgisch kampioenschap voor studenten. Ik wil op 6 mei graag opnieuw op dat podium staan! Voor de rest zijn er nog enkele koersen in juli waarin ik hoop te kunnen pieken.”

Eline: “Ik moet natuurlijk technisch nog beter worden, maar mijn ambitie ligt nu vooral bij het kunnen uitrijden van een wedstrijd. Als het tempo te hoog wordt, moet ik eraf.”

Herlinde: “Tijdens haar eerste koers zei ik: Eline, zorg dat je meteen mee bent. Ze had mijn raad wel zeer letterlijk genomen: ze reed een hele tijd helemaal vooraan.” (lacht)

Heb je het gevoel dat je je zus in de gaten moet houden?

Herlinde: “O jawel. In die eerste wedstrijden was ik erg bezorgd en keek ik veel achterom om te zien waar ze zat. En tijdens Dwars door de Westhoek zag ik haar bijna gesandwicht worden. Brr!”

Luistert ze naar je goeie raad?

Herlinde: “Ja, toch wel. Al zijn we twee verschillende type rensters. Ik koers op snelheid, Eline op kracht. Zij is een tijdrijdster, ik een sprintster. Ik kan haar vooral nog wat leren qua behendigheid.”

Hebben jullie rituelen, typische dingen die jullie doen of zeggen voor een wedstrijd?

Eline: “Als Herlinde net voor de wedstrijd zegt dat ze slechte benen heeft, weet ik zeker dat ze goede benen heeft.” (lacht)

Tot slot: drie kinderen in één gezin die koersen, dat kan toch geen toeval zijn. Een familietrekje?

Eline: “Neen, eigenlijk niet. Papa heeft nooit gekoerst. Mama heeft wel nog de plaatselijke parochianenkoers gereden op een gewone fiets. Maar daar stopt het ook.”

Herlinde: “Papa gaat altijd mee naar de koers, mama minder. Papa is onze chauffeur en onze persoonlijke mecanicien. Onze ouders hebben ons altijd gemotiveerd om aan sport te doen, maar dat we nu met drie koersen, is echt heel toevallig. Mama vond het vroeger vooral belangrijk dat we leerden zwemmen, voor de rest mochten we kiezen wat we wilden doen van sport. Als we maar iets van sport deden. Onze jongste zus Josephine is totaal niet geïnteresseerd in het wielrennen. Zij is aangesloten bij Houtland Atletiekclub in Torhout en concentreert zich vooral op estafette en hordelopen, maar ook speerwerpen doet ze graag.”