Geert Lambert: “Nee, ik zal niet meedoen aan de verkiezingen”

Geert Lambert: "Plots kwamen er weekends met niets op de agenda. Dat is een luxe die ik niet meer wil afgeven." (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Hannes Hosten

“Er wordt van alle kanten aan mijn mouw getrokken, maar nee, ik zal niet meedoen aan de verkiezingen.” Geert Lambert (51) is formeel. “Een gemeenteraadslid zei me enkele weken geleden nog: ‘Allez Geert, komaan. Ik vertrouw je niet.’ Maar echt waar, zonder te kappen op de politiek, de opofferingen en het geheel van het verhaal spreken mij vandaag niet meer aan.”

Na een lange politieke loopbaan kapte Geert Lambert in 2012 met politiek. Bijna een legislatuur later heeft hij er nog altijd geen zin in. Hij laat zich wel met plezier verleiden tot een gesprek op de Mercator, vooral over politiek. Bij de fotosessie blijkt hij het poseren nog niet verleerd. “Dit heb ik heel veel moeten doen voor verkiezingscampagnes”, lacht hij.

Heb je een band met dit schip?

De Mercator is voor elke Oostendenaar een ijkpunt. Als hij weg is, mis je hem. Het beeld klopt niet. Persoonlijk herinner ik me nog dat de Mercator uitvoer op de dag dat mijn vader stierf in 1996. Ik was toen, onder meer met mijn zus, even gaan uitwaaien. Het is een link die ik nog altijd leg.”

Heb je een maritieme familie?

Nee, mijn ouders waren allebei Bruggelingen. Papa vestigde zich als huisarts in Oostende omdat er toen een nieuwe wijk werd gebouwd. Mijn schoonfamilie – mijn vriendin is de dochter van visserij-auteur Doris Klausing – is wel erg betrokken bij het maritieme. En zelf ben ik ook gefascineerd door de zee. Na mijn rechtenstudies volgde ik nog een jaar haven- en maritieme wetenschappen, louter uit interesse. Ik begon toen net te werken en het speelde ook wel mee dat ik nog even mijn kot in Gent kon houden en er enkele nachten per week slapen.”

Ooit de behoefte gevoeld om de boot te nemen en weg te varen?

Ik had nooit de behoefte om te vluchten, maar het is wel een gevoel dat je hebt als je aan zee staat: je kan weg als het nodig is. Mijn zus woont in het Antwerpse en is meter van een Afghaanse vluchteling die intussen rond de 20 jaar is. Je kan je niet inbeelden wat die heeft doorstaan. Met de aanslagen in Brussel verbleef hij bij vrienden in Duitsland. Toen hij het hoorde, belde hij mijn zus en vroeg: ‘we gaan toch niet weer moeten vluchten?’ Dan sta je er toch eens bij stil welk luxeleven wij hier hebben. Niemand vlucht voor zijn plezier.”

Je kan ook uitvaren om er eens helemaal uit te zijn.

“Ik amuseer me in mijn activiteiten, maar soms is het wel hectisch. Ik ben wel eens jaloers van mensen die het zich kunnen permitteren om voor een jaar weg te varen, de wijde wereld in. Ik denk aan mijn broer, die nu zes maanden met een mobilhome de zijderoute volgt. Ik kan dat niet. Professioneel is het moeilijk en mijn vriendin heeft vijf kinderen, die nog allen thuis bij ons wonen. Ik weet ook niet of ik het zou kunnen, zo lang weg zijn. Ik zou toch een klik moeten maken.”

Is jouw leven nog even hectisch als vroeger?

Het is anders. De tijdsbesteding is hetzelfde, maar wat ik de ‘publieke stress’ noem, is er niet meer. Als advocaat sta ik onder druk om termijnen te halen, maar als partijvoorzitter kan je dag er plots anders uitzien door iets wat je gezegd hebt of wat een partijgenoot gezegd heeft en een andere partij niet zint. Telefoons van ‘s ochtends vroeg… Dat mis ik echt niet. Ik deed graag aan politiek, maar nu denk ik soms: jongetjes, stop dat, het levert toch niets op.”

Met de sociale media is dat nu wellicht nog meer dan vroeger.

“Dat denk ik ook en ik weet niet of ik het politiek nog in de vingers zou hebben. Ik heb nog een Facebook-account, maar gebruik die haast nooit meer. Sociale media zijn fantastisch om contacten te onderhouden of mensen terug te vinden, maar wat voor nut heeft het mijn kleine zielenroerselen te posten? Sinds Adam en Eva is er geroddeld, maar als je het op sociale media doet, spreek je mensen aan die niet aangesproken moeten worden. Ik ben een liefhebber van nieuwe technologieën, maar we moeten nog volwassener worden in het gebruik ervan.”

Wie een publiek leven heeft, loopt ook met zijn privéleven in de kijker. Ik interviewde je in 2008 over je maagverkleining, iets waar je wellicht liever niet in de pers over praatte.

“Ik wist dat ik daar niet van uit kon. Vroeg of laat gingen mensen het zien. Die media-aandacht hield me zelfs een tijd tegen om het te doen, ook al had ik voor mezelf de beslissing genomen. Er zijn intussen weer enkele kilootjes bijgekomen, maar ik voel me nu veel fitter dan toen. Ik kwam hier nu met de fiets naartoe. Vroeger grapte ik dat ik de straat niet uit kon rijden zonder de helft van mijn spaken te breken. En dat was nog realiteit ook. Ik leefde erg onregelmatig. Van het een naar het andere rijden, tussendoor een broodje uit de Total Fina… Gezond is het niet.”

Denk je dat ook je imago te lijden had onder je postuur?

“Ik had er nooit last van, maar je mag niet onderschatten hoeveel mensen er van uit gaan dat je met zo’n gewicht geen serieuze mens kan zijn. Velen verlagen zich tot persoonlijke opmerkingen als ze het politiek met je oneens zijn. Ik kreeg eens een mail: gie dikken met je groene bril en domme klaps, doe je zwiebelschoenen aan, want je bent een echte clown. Tegenwoordig zijn zo’n zaken met één klik doorgestuurd.”

Mis je de macht?

“Macht is relatief en heeft zijn beperkingen. De buitenwereld ziet dat niet altijd, maar je hebt maar je budget dat je kan besteden. Er zijn politici met veel macht, maar er zijn ook anderen met macht op andere terreinen. Zelf wie het meest te zeggen heeft, zal op een bepaald moment niets meer te zeggen hebben. En dat kan van de ene dag op de andere zijn.”

Heeft dat jou pijn gedaan?

“De beslissing om met politiek te kappen, kwam er na een lang denkproces. Ik was bang voor het zwarte gat, om nergens meer bij betrokken te worden. Dat was achteraf gezien niet nodig. Maar ik had mijn hele leven aan politiek gedaan, als twaalfjarige buste ik al folders. Elke zaterdag en zondag was ik op pad. Plots kwamen er weekends met niets op de agenda. Dat is een luxe die ik niet meer wil afgeven.”

Het kriebelt dus niet om in oktober weer mee te doen?

Er is van alle kanten aan mijn mouw getrokken hoor, al weet ik wel dat er ook mensen zijn die je polsen in de hoop dat je nee zegt. Want dan is het moeilijker om ja te zeggen tegen iemand anders. ‘Als hij niet bij ons staat, dan liever bij niemand’, zoiets. Maar met alle sympathie, de opofferingen en het geheel van het verhaal spreken me vandaag niet meer aan. En dat verwijt ik meer de publieke opinie dan de politici.”

Waarom?

“Ik ben misschien niet meer in staat om keihard oppositie te voeren, maar ook in mijn eigen loopbaan heb ik dingen gerealiseerd en zijn andere dingen niet gelopen zoals we hadden gewild. Of konden we enkel de aanzet geven, maar hebben anderen het later gerealiseerd. Je hebt maar 24 uren op een dag. En mensen maken fouten, zowel politici, ambtenaren als externen. Maar om dat dan zo bruut af te straffen als sommige opiniemakers op de sociale netwerken doen… en soms met een tiende van de kennis van een journalist die zich geïnformeerd heeft en het hele verhaal ziet.”

“De Stadslijst is een verruimde SP.A en geen burgerinitiatief”

Hoe is Oostende bestuurd de laatste jaren?

“In mijn studententijd vonden medestudenten Oostende niet echt waauw. In 1996 werd ik schepen. In die periode begon de kentering. In de jaren zeventig en tachtig lag het wat stil in Oostende, maar vanaf 1994 is weer geïnvesteerd. Er zijn fouten gemaakt, maar ik vind dat Oostende er nu weer relatief staat. Mijn vrienden van toen nodig ik nu met plezier hier uit. Hun kinderen komen mee en vinden het ook leuk. Niet alleen de kleintjes op het strand, ook de 19-20-jarigen. Omdat er veel gebeurt in Oostende. Maar je moet een stad telkens opnieuw uitvinden. De wereld van 1996 is niet meer die van 2018, laat staan van 2026. Er is veel creativiteit nodig.”

Wat vind je van de Stadslijst?

“Het moet meer zijn dan wat opsmukoperaties. Iedereen die het goed meent achter één project scharen, daar is een stad als Oostende toch te groot voor. De Stadslijst is ergens toch een verruimde SP.A. Een echt burgerinitiatief is dit niet. Er zijn nieuwe mensen bij en dat is erg boeiend, maar elke partij zal nieuwe mensen moeten hebben.”

Durf je voorspellen wie onze volgende burgemeester wordt?

Ik denk dat het open ligt. De bookmakers zouden iedereen gelijke kansen geven. Ik hoop dat er niet voor A gestemd wordt en het toch B wordt omdat A en B al lang afspraken hadden gemaakt. En ik hoop vooral dat het geen duivelse coalitie wordt, waarbij uit blinde ambitie onnatuurlijke partners een meerderheid vormen. Programma’s én karakters moeten overeenkomen. Anders heb je zes jaar stilstand. Voor je het weet is alles wat je hebt opgebouwd weer weg. Er moet een gemeenschappelijk doel zijn dat verder gaat dan ‘alles goed voor Oostende’.”

Jij was vroeger voor een roodgroen kartel. Nog altijd?

“Daar is nog altijd iets voor te zeggen. Het gaat er mij om dat de progressieve zijde in de verdrukking zit. Er is geen enkele partij waar ik volledig achter kan staan, noch nationaal, noch gemeentelijk. Anders was ik waarschijnlijk opgekomen. Ik vind het nog altijd jammer dat er geen Vlaamse D’66 bestaat, een links-liberale partij zoals in Nederland. Na de splitsing van de VU koos ik voor Spirit. Dat lag in de lijn van D’66, maar ging aan ruzies ten onder. Een wanhoopspoging met de SLP is ook niet gelukt en dan zijn we in groep naar Groen gegaan, wat niet helemaal mijn ding was.”

“Als politici met hun partner en kindjes op de folder staan, weet dan dat ze die kindjes niet heel veel zien”

Ga je nooit meer in de politiek?

Never say never. Maar aan politiek doe je dag en nacht. Ik was toen vrijgezel en had geen familiaal leven. Nu woon ik samen met een partner en vijf kinderen en dat is leuk. Een pak mensen zullen kwaad zijn om wat ik nu zeg, maar als politici met hun partner en kindjes op de folder staan, weet dan dat ze die kindjes niet heel veel zien. Je moet echt dingen opofferen voor de politiek en dat geldt ook voor je omgeving. Ik overdreef misschien, maar ik was getrouwd met de politiek. Ik had het niet kunnen combineren met een gezin. Het is niet dat ik van mijn vriendin niet mag in de politiek gaan, in geen geval. Maar mijn relatie en de kinderen speelden zeker een rol in mijn beslissing om te stoppen.”

Als Geert voor lange tijd op reis zou gaan…

Afrikaanse kusten: “Ik zou mijn vriendin en de kinderen meenemen, als ze willen tenminste. En ik zou de Afrikaanse kusten afvaren. Afrika vind ik een continent dat je moet bevaren. Dat zou een mooie rondvaart zijn. En waar het je niet bevalt, ben je snel weer weg.”

Klarinet: “Ik zou veel boeken meenemen, vooral romans. Ik ben geen grote liefhebber van non-fictie. En ook mijn klarinet zou ik meenemen. Ik volg nog lessen, maar heb er eigenlijk te weinig tijd voor. Een boot zou de ideale plaats zijn om te oefenen. Rustig en niet gehaast.”

Oostende volgen: “Wat er gebeurt met Hotel Terminus, het Thermendossier… Dat interesseert me. Ook op reis zou ik willen weten wat er leeft en beweegt in de stad. Oostende kreeg de laatste tien jaar een heel diverse bevolking en moet daar ook antwoorden op vinden. Ik zou willen weten hoe dat loopt. Ik voel me Oostendenaar. Ik woon nog altijd in het ouderlijke huis.”

Oostduinkerke: “Mocht ik bij mijn terugkeer niet weer naar Oostende kunnen, zou ik het liefst naar Oostduinkerke trekken. De Westhoek vind ik een aangename coté, met een gezapige manier van leven. En Oostduinkerke is ook urbanistisch mooi. De Haan is ook mooi, maar daar heb je al die politieke troubles. Het moet toch een beetje stabiel zijn, al is het niet om politieke redenen dat ik voor Oostduinkerke kies. Het gaat vooral om het Westhoekgevoel.”

Gent: “Mocht je me niet vragen om aan de Vlaamse kust te blijven, zou ik toch eerder voor Gent kiezen. Dat is een stad waar ik me zou thuis voelen. Op Theater aan Zee hoorde ik veel jonge gasten Oostende ‘het nieuwe Gent’ noemen. Dat zegt veel. Ik vind het een heel mooi compliment voor Oostende. Ik kan nog altijd zwemmen. Mocht de Mercator de haven van Oostende niet kunnen binnenvaren, dan probeer ik er naartoe te zwemmen.”

Bio

Privé: Geboren in Oostende op 28 februari 1967. Woont in het ouderlijk huis in de Batterijstraat met zijn vriendin Hilde Vanhoecke en haar vijf kinderen tussen 11 en 19 jaar.

Opleiding en loopbaan: Licentiaat in de rechten en in de haven- en maritieme wetenschappen, allebei Universiteit Gent. Advocaat, gemeenteraadslid Oostende (1996-2012), schepen van Cultuur Oostende (1996-2000), voorzitter Spirit (2004-2007), voorzitter SLP (2008-2009), volksvertegenwoordiger (2003-2007), senator (2007-2010).

Vrije tijd: Eens enkele dagen weg gaan, lezen, klarinet spelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier